Publius Cornelius Scipio, jongere
broer van Scipio
Calvus en vader van Scipio Africanus maior, dempte
tijdens zijn consulaat (218 vC) met zijn voor Spanje
bestemde leger een opstand van de Galliërs in
Noord-Italië. Na daarop met verse troepen Hannibal
tegemoet getrokken te zijn, miste hij deze bij de
mond van de Rhône en haastte zich naar Italië terug.
Verslagen en gewond in een ruitergevecht bij de Ticinus,
trok Scipio zich terug op de Trebia. In het op
aandringen van zijn collega Tiberius Sempronius
Longus gewaagde treffen met Hannibal werden de
Romeinen aldaar verslagen en verloren het grootste
deel van hun leger. In 217 werd Scipio als
proconsul
naar Spanje gezonden en bestreed daar samen met
zijn broer Gnaeus Scipio Calvus de Carthagers. In
211 vC viel hij aan de bovenloop van de Baetis.
Lit. W. Henze (PRE 4, 1434-1437).