Vorige Kaart van Rome Volgende

Het graf van de Scipiones

Iets voorbij de Thermen van Caracalla, aan de linkerkant van de Via Appia en voor de Porta San Sebastiano (binnen de muren van Aurelianus, maar buiten de oorspronkelijke muren bij de oude porta Capena), ligt het Graf van de Scipiones. Dit monument werd in de vroege 3e eeuw v.Chr. gebouwd door Lucius Cornelius Barbatus en in de 2e eeuw omgevormd door Scipio Aemilianus. Het bestaat uit twee ondergrondse kamers. De buitenkant - in de hoge, ruw afgewerkte werkte fundering van tufsteen waren ingangen naar het graf gehakt - was verfraaid met fresco's. Analyse van de overblijfselen toonde verschillende schilderingen over elkaar heen: de oudste zijn vermoedelijk militaire voorstellingen; de recentste hebben eenvoudige golvende versieringen in rood. De gevel, die bijna volledig verloren is gegaan, leek op een coulisse; hij was gericht naar de noord-westkant en had een oppervlak met steunpilaren, met een attische basis en nissen voor de beelden van Scipio Africanus, Scipio Asiaticus en Ennius.

De stijl getuigde van een voorliefde voor hellenistische architectuur. De grootste kamer is rechthoekig, met vier centrale pilaren. De tufstenen graven, waarvan reproducties op de oorspronkelijke plaats staan, staan langs de zijmuren rond de pilaren.


Achterin, op een lijn met de hoofdingang, stonden de oudste graven, die van L. Cornelius Scipio Barbatus en diens zoon L. Cornelius Scipio. Deze graven zijn van een ouder, monolithisch type, in tegenstelling tot de latere, die uit grote stenen platen naast elkaar bestaan. Het Graf van Scipio Barbatus, uit 280 v.Chr., is het enige versierde. Het heeft een plafond met voluten in de hoeken en een Dorische fries met een inscriptie met Saturnische verzen aan een kant.
"Lucius Cornelius Scipio Barbatus, zoon van Gneus en een sterk en wijs man, wiens verschijning volledig overeenkwam met zijn moed, was consul, censor en aedilis. Hij veroverde Taurasië en Cisauna in Samnium nium, onderwierp geheel Lucania en nam daar gijzelaars." Aan de rechterkant, tegen een pilaar, bevindt zich het graf van zijn zoon Lucius, consul in 259 v.Chr. Er volgen graven van andere familieleden (er moeten er ongeveer dertig geweest zijn), maar dat van Scipio Africanus ontbreekt: hij is begraven in zijn villa in Literno.

De tweede ondergrondse kamer, een later gebouwde zijruimte, bevat graven uit de periode tussen het midden van de 2e en de 1e eeuw v.Chr. In de 3e eeuw n.Chr. werd een domus over het grafmonument gebouwd, wat bewijst dat de herinnering aan de overledene er toen niet meer toe deed.



Vorige Kaart van Rome Volgende