Vorige Kaart van Rome Rome Volgende

De basilica van St. Petrus


De eerste basilica van St. Petrus werd opgericht door keizer Constantijn de Grote en paus Sylvester om de graftombe van Petrus te bewaren. Daarboven was in de 2e eeuw een monument gebouwd dat de tropaeum van Gaius werd genoemd. De plek was onderdeel van een niet-christelijke necropolis, die op de hellingen van de Mons Vaticanus, niet ver van het Circus van Gaius (Caligula) en Nero waar volgens de traditie de apostel in 64 nC de marteldood stierf. De necropolis strekte zich uit aan noordzijde van het circus.

De afmetingen van het circus waren 590 bij 95 meter.
In de 1e en 2e eeuw werden talloze graftombes gebouwd door belangrijke romeinense families, de Aelii, Aurelii, Caetenni, Iulii, Marcii, Tullii, Ulpii en Falerii. Enkele van deze oorspronkelijk heidense gebouwen werden later versierd door christenen, bv. het Mausoleum van de Iulii.

In het centrum van de grafkelder is een mozaïek waarop Jezus afgebeeld staat als zonnegod, en op de muren zijn afbeeldingen te zien, die duideijk christelijk zijn.


Christus als Zonnegod in Mausoleum M van de Iulii.

Vanaf het einde van de 2e eeuw werden de graftombes steeds meer naar het zuiden gebouwd totdat ze de as van het circus (dat was in onbruik geraakt) bedekten.

De indrukwekkendste daarvan was een rond bouwwerk met een atrium in de vorm van een tang, misschien de eerste in zijn soort. Het stond slechts een paar meter ten westen van de obelisk van het circus (door paus Sixtus V in 1586 naar het St.Pietersplein gebracht). Ingewijd onder paus Symmachus (498-515) en gewijd aan St. Andreas werd het later verbonden met het nabijgelegen mausoleum van Honorius in de zuidoosthoek van de transept van de basilica van Constantijn.

Deze beide mausolea moesten oorspronkelijk dienen als graven voor de keizerlijke familie van Theodosius. Het tropaeum van Gaius kreeg zijn naam van de presbyter die het voor het eerste keer in 200 noemde. Het stond in de noord-westelijke zone van de necropolis, in een open ruimte (Camp P) van ongeveer 7 bij 4 meter; het werd omgeven door mausolea en gewijde grond en werd in het westen begrensd door een rood-bepleisterde muur.

Het monument, in de vorm van een aedicula, werd in dezelfde tijd gebouwd als de rode muur en bestond uit twee nissen die in de muur zijn uitgegraven, en een derde onzichtbare nis die een verbinding had met het graf van de apostel. De twee bovenste nissen waren van elkaar gescheiden door een stuk travertijn van 1.80 meter breed, die rustte op twee kleine zuilen ervoor.

De laagste is overgebleven in de tegenwoordige Nis van de heilige Pallia, maar de bovenste is verdwenen. Het hele monument was ongeveer 2.30 meter hoog. In de derde eeuw werden twee kleine muren toegevoegd aan de noord- en zuidkant van de laagste nis. De noordmuur heeft graffiti met aanroepingen aan de apostel. De nis en de vloer ervoor waren bedekt met marmer en de open ruimte met een mozaïek.



Vorige Kaart van Rome Rome Volgende