Diogenes van Sinope

Diogenes (Διογένης) van Sinope (ca. 400-ca. 325), griekse wijsgeer uit de eerste periode van de cynische school, leerling van Antisthenes. Hij staat vooral bekend als beoefenaar van de cynische levenswijze (Cynici), maar was ook leraar en opvoeder. Bepaalde ethische opvattingen die bij Antisthenes nog niet voorkomen treft men aan op naam van D.: vrouwen en kinderen moeten gemeenschappelijk bezit zijn, het huwelijk moet worden afgeschaft en de seksuele betrekkingen mogen aan geen regels of conventies worden gebonden.

D. beschouwde zich als een wereldburger; toen men hem vroeg vanwaar hij afkomstig was, antwoordde hij: κοσμοπολίτης; in dit opzicht bestaat er een treffend parallellisme tussen de cynische leer en het stoïcisme. In het praktische leven stond D. een strenge toepassing voor van de cynische beginselen van Antisthenes. Hij stelde zich niet tevreden met onverschilligheid tegenover de uitwendige cultuurgoederen, met de vrijheid van alle behoeften, hij streefde naar een echte ascese, niet uit minachting voor het lichaam, maar om aldus de innerlijke onthechting te verwerven en zich te stellen boven de meerderheid van de mensen, die verslaafd zijn aan allerlei gewoonten en gebruiken. Bij D. treft men de cynische schaamteloosheid (ἀναίδεια) aan, waarmee hij wilde ingaan tegen allerlei traditionele vooroordelen; wat niet ongepast is om te doen, dat mag men volgens D. ook in het openbaar doen. Diogenes Laërtius (6,69) bericht dan ook dat D. alles in het openbaar deed, ook de werken van Demeter en Aphrodite; hij schaamde er zich zelfs niet voor in het openbaar te masturberen. Deze houding betekende een soort opstand tegen alle traditionele waarden. Voor D. bestond er, evenals voor de sofisten, een tegenstelling tussen φύσις en νόμος datgene wat krachtens de traditie als waardevol werd erkend (hoge geboorte, rijkdom, een gemakkelijk leven, het gangbare geloof en de cultus van de goden, de opvoeding door wetenschap en retorica, de lichaamscultus) dient omver te worden gehaald, om terug te keren tot de preculturele toestand van de mens. De primitieve mens is immers van nature wijs, matig en goed: een opvatting die we ook aantreffen bij Posidonius, Seneca en Tacitus, en later bij J. J. Rousseau.

Reeds tijdens zijn leven werd D. tot een legendarische figuur, over wie talrijke anekdotes in omloop waren; na zijn dood namen deze nog in aantal toe. De belangrijkste leerlingen van D. waren Crates van Thebe en Metrocles.

Antieke beeldjes van D. bevinden zich in de Villa Albani en in het Vaticaans Museum te Rome, een portret in mozaïek te Keulen.


Lit. Diogenes Laërtius 6, 20-81. - P. Natorp (PRE 5, 765-773). - K. von Fritz, Quellenuntersuchungen zu Leben und Philosophie des D. von Sinope (Philologus, Suppl. 18, 2, Leipzig 1926). D. Dudley, A History of Cynicism from D. to the 6th Century A.D. (London 1937). F. Sayre, D. of Sinope. A Study of Greek Cynicism (Baltimore 1938). A. Rich, The Cynic Conception of αὐτάρκεια (Mnemosyne 9, 1956, 23-29). M. Gigante, Su un insegnamento di Diogene di Sinope (Studi Italiani di Filologia Classica 34, 1962, 130-136). [Verbeke]


Lijst van Namen