Het Aquaduct van Serino
Op dit punt sneed het aquaduct met zijn voornaamste tak de
helling van de heuvel, terwijl die met
zijn galerij de
Crypta Neapolitana
omsloot. De waterleiding, gedeeltelijk toegankelijk door een aardverschuiving
is geheel
uit de tufsteen gegraven en loopt circa 50 cm
boven het originele straatniveau. Goed geconserveerd, nu van binnen nog over
een korte afstand beloopbaar, valt de bekleding van de wanden met gemalen
potscherven op, in de oudheid gewoonlijk gebruikt
om de oppervlakten die
in contact kwamen met het water, ondoordringbaar te maken. De waterleiding
is in dezelfde tijd (of
iets later) gemaakt als de opening
van de
Crypta. Het monumentale aquaduct (ongeveer 96 km lang)
werd inderdaad ontworpen
en gemaakt in de Augusteïsche tijd, in het kader van een
geweldig programma van watervoorziening, vooral bedoeld om te voorzien
in de groeiende eisen van de commerciële haven van Puteoli en in
die van de vloot van Misenum, door
Augustus persoonlijk opgericht.

|
Napels, Parco della Tomba di Virgilio. Gang van het Romeinse Aquaduct
van Serino. |
De lijst van
centra bediend door het aquaduct, is bekend door een
inscriptie uit de tijd van
Constantijn, ontdekt bij de bron van het water. Uit
een kunstmatig bassin gevoed door bronnen van de hoogvlakte van Serino
vertakken
zich twee waterleidingen: de ene naar Beneventum, de andere,
daarentegen, in de richting van
Napels. In
Napels volgde
het trace
hellingen van de heuvels van Capodimonte, van de Scudillo en de
Vomero totdat het bij de
Crypta Neapolitana kwam. Daar maakte zich
een vertakking los ten dienste van de keizerlijk villa van
Pausilypon,
bewezen door een graffito uit 65
n.C., terugevonden gedurende de bouw van de
Galleria Laziale. De hoofdader ging verder, dwars door Fuorigrotta en
Bagnoli,
tot aan
Puteoli, de omgeving van de Thermen van de Via
Terracina passerend; een tweede tak voedde de thermen van Agnano. In
Puteoli liep het aquaduct in het hoge deel van de stad, terwijl hij de
bassins van Carditus en Luscianus vulde, vervolgde
langs de Starza, daarna naar het
Avernische meer (waar een tak zorgde voor de voorziening van Cumae) en eindigde
in de
Piscina Mirabilis, boven de haven van Misenum.
Belangrijke restauraties zouden hebben plaatsgevonden in de Flavische
tijd, toen hele
stukken vervangen werden door andere parallelle (gemaakt
om misschien in relatie met de schade opgelopen door seismische gebeurtenissen
van 62
n.C., door de uitbarsting van 79 n.C. of door aardverschuivingen); en ook onder
Constantijn, in 324, toen alleen de hoofdader, tot aan Napels, gereconstrueerd
werd over een lengte van circa 11.800 m.
Over
een deel van zijn loop, vooral in de gebieden extra moenia,
liep het aquaduct niet in een gesloten galerij, maar in de open
lucht, met karakteristieke
arcadebogen in opus latericium, waarvan een stuk over is in Napels, in het gebied van de Ponti
Rossi.
Als men doorgaat met de trap te beklimmen, die men aan de linkerkant ziet met
een panorama over de golf van Napels,
komt men bij de zogenaamde Tombe van
Vergilius.