Samuel (hebreeuws šemū'ēl), zoon van Elkana en Hanna, die volgens het eerste van de naar hem genoemde bijbelboeken een leidende rol gespeeld heeft in de geschiedenis van Israel in de 11e eeuw vC. Hij was door zijn moeder toevertrouwd aan Eli, de priester van het heiligdom te Silo dat zijn aanzien dankte aan de aanwezigheid van de ark Gods. Hij leefde daar als een nazireeër. Tijdens ega nachtelijke openbaring werd hem de ondergang van Eli's huis aangezegd. Sindsdien trad S. met het gezag van een profeet op. Zijn centrum werd Rama en vandaar uit reisde hij als richter door Israël (1Sm1-7).
Wegens de strijd met de Filistijnen verlangde het volk een koning die niet alleen zou richten maar ook oorlog voeren. Wegens zijn reputatie als 'ziener' zochten Saul en zijn knecht de hulp van S. bij het opsporen van verloren ezelinnen. Bij deze ontmoeting werd Saul tot koning gezalfd en later door het volk als zodanig erkend. Conflicten tussen S. en Saul leidden tot een totale verwijdering. Opnieuw werd S. bij de koningskeuze betrokkemen ditmaal zalfde hij, nog tijdens het koningschap van Saul, David, de jongste zoon van Isaï uit Bethlehem, tot koning over Jsrael (1Sm 16,1-13). Nadat S. gestorven was en begraven in Rama, werd zijn geest op verzoek van Saul opgeroepen door een vrouw in Endor. De geest van S. voorspelde de overwinning van de Filistijnen en het einde van Sauls koningschap. Als reden voor de goddelijke toorn die over Saul was gekomen werd genoemd het feit dat hij niet, zoals S., hem had opgedragen, geheel Amalek met de ban had geslagen. Hier (1Sm 28,18) wordt verwezen naar hoofdstuk 15, maar 13 geeft een andere reden: Saul zou getreden zijn in de priesterlijke bevoegdheden van S. door buiten zijn aanwezigheid een offer te brengen.
Over de zonen van S., Joël en Abia, die richters
waren in Berseba, wordt in 1Sm 8,1-5 wegens hun
omkoopbaarheid afkeurend gesproken.
Latere literatuur noemt S. nog enkele malen: Jr 15,1
naast Mozes, Ps 99,6 naast Mozes en Aäron; 1Kr 6
nam hem op in het register van de Levieten, Sir
46,13-20 prijst hem.
Lit. A. Weïser, S. Seine geschichtliche Aufgabe und religiöse
Bedeutung (ERI ANT 81 Göttingen 1962). H. Bardtke S. und
Saul. Gedanken zur Entstehung des Königtums in Israel
(BiOr 25, 1968, 289-302).
[Beek]