Esther

Esther (hebr. 'ester) is de vrouwelijke hoofdpersoon van een naar haar genoemd bijbelboek, dat als achtergrond de joodse diaspora in het perzische rijk heeft en jaarlijks als 'feestrol' gelezen wordt bij de viering van het purimfeest.

Haar naam hangt samen met die van de godin Etar (hoewel sommigen zeggen: met een indo-europeese stam, die 'ster' zou betekenen), zoals de naam van haar pleegvader Mordechai herinnert aan die van de god Marduk. De gang van het verhaal is de volgende: nadat koning Achasjweros (Ahasverus) zijn gemalin Vasti verstoten had, werd uit de mooiste meisjes E. gekozen als haar opvolgster. Haar pleegvader ontdekte een samenzwering tegen het leven van de koning en bracht deze aan het licht.

Hij woonde in de poort van het paleis waardoor dagelijks Haman schreed, de belangrijkste der rijksgroten. Deze voelde zich door Mordechai niet met de gepaste eerbied behandeld en uit haat tegen deze éne jood zette hij bij de koning een edict door dat het gehele jodendom met ondergang bedreigde.

Door tussenkomst van E. werd deze aanslag verhinderd en Haman met zijn familie ter dood gebracht. Deze uitredding uit de nood werd de aanleiding tot de viering van purim (meervoud van pür - lot), een naam die ontleend werd aan het lot dat Haman had geworpen om de 14e van de maand Adar te bestemmen als de dag van de grote slachting.

Hoewel het boek E. vertrouwdheid toont met de cultuurhistorische achtergronden van Perzië in de 5e/4e eeuw vC en in het bijzonder met de architectuur van het paleis te Susa, is het niet mogelijk gebleken de beschreven gebeurtenissen met behulp van andere bronnen te identificeren en ook is niet met zekerheid te zeggen welke koning met Ahasverus door de schrijver bedoeld is. Er is verwantschap met verhalen als die van Dn 3 en 6, die hun functie van bemoediging in de moeilijke omstandigheden van joodse minderheden tot heden toe hebben behouden. Het boek E. kreeg een bijzondere betekenis onder de joden te Alexandrië, waar het niet alleen in het grieks werd vertaald maar bovendien voorzien van een aantal toevoegingen, die zich bezighouden met gangbare beschuldigingen tegen het jodendom en de weerlegging daarvan. Zij geven ook een directer religieus karakter aan het boek, waarin oorspronkelijk de naam van God niet vermeld wordt, o.a. door het gebed van E., waarin zij zich weert tegen de verdenking dat zij in haar positie de spijswetten zou hebben overtreden.


Comm. H. Bardtke (1963).
Lit. H. Bardtke, Neuere Arbeiten zum Estherbuch (JbEOL 19, 1967, 519-548). G. Gerleman, Studien zu Esther (Neukirchen 1966). W. Dommershausen, Die Estherrolle. Stil und Ziel einer alttestamentlichen Schrift (Stuttgart 1968). [Beek]


Afkortingen Lijst van Namen