Barcino of Barcinona, oude havenstad in het noord-oosten
van Spanje, gelegen aan de Middellandse
Zee, ruim 80 km ten noordoosten van het antieke
Tarraco; thans Barcelona.
De oude inheemse nederzetting, die reeds vroeg
contacten had met punische en griekse handelslieden,
ontving van keizer Augustus
de status van
colonia en de officiële naam Colonia Faventia
Iulia Augusta Paterna Barcino; er vestigden zich
onder meer veteranen van de legio LI Augusta. In
de eerste eeuw nC was de stad veel minder belangrijk
dan Tarraco (thans Tarragona), de nabijgelegen
hoofdstad van Hispania Tarraconensis, maar in de
2e en 3e eeuw namen haar omvang en betekenis snel
toe. Ca. 265 werd B. door de
Franken geplunderd
en gedeeltelijk verwoest. De kort daarna aangelegde
wallen en bastions van de op kleinere schaal herbouwde
stad (ca. 400 X 350 m) zijn nog grotendeels
intact. In 414 werd Barcino door de
Westgoten veroverd.
De eerste bekende bisschop is een zekere Praetextatus,
die in 343 aan de synode van Sardica deelnam;
bisschop van Barcino was ook de kerkelijke schrijver
Pacianus (gest. ca. 390).
De opgravingen, van 1920 tot 1936, hervat in 1957,
hebben resten van tempels, thermen en necropolen
aan het licht gebracht. Het kostbaarste stuk van het
plaatselijke museum van oudheden is een groot
mozaïek (8 X 3,57 m) met een afbeelding van wagenrennen.
Hierbij een foto van de tempel in de Calle Paradis.
Lit. A. Garcia y Bellido (EAA 1, 978v). - A. Durán y Sanpere,
Vestigios de la Barcelona Romana (Ampurias 5, 1943,
53-77). M. Bigorra, Inscripciones romanas de Barcelona (Barcelona
1973). [Nuchelmans]