Beni-Hasan

Naar dit egyptische dorp (ten noorden van el-amarna) worden de 39 rotsgraven genoemd waarvan de meeste toebehoren aan nomarchen van de Antilopengouw (16e van Opper-Egypte) uit het Middel-Rijk. Onder deze zijn er een viertal goed bewaard en beroemd wegens de wandschilderingen die zij bevatten (zie ANEP nr. 122; 143). In het graf van Chnumhotep II (nr. 3) bevindt zich de afbeelding van 37 'amu of semitische bedoeïenen, die in het 6e jaar van Sesostris II (ca. 1890 vC) onder de leiding van Ibsja (of Abi-sar?), de 'vorst van het vreemde land', ogenschmink naar Egypte brengen (ANEP nr. 3). Er komt hier ook een lange inscriptie voor, die belangrijk is voor de administratieve geschiedenis van deze periode (Breasted, Ancient Records § 619-639). In de graven van Beket III (nr. 15), van diens zoon Cheti (nr. 17) en van Amenemhet, ook Ameni genaamd, die onder Sesostris I leefde (nr. 2), zijn er gedétailleerde en hoogst merkwaardige afbeeldingen van worstelwedstrijden. Hun waarde is zoveel te groter, omdat de getuigenissen over sportbeoefening in Egypte, buiten de scènes van jacht en visvangst, nogal schaars zijn.




Op ongeveer 5 km bezuiden deze graven ligt de rotstempel van de godin Pachet, de grimmige leeuwin die over de woestijn heerst. Hij werd uitgehouwen onder het mederegentschap van Hatsjepsut en Thutmosis III en verder versierd door Seti I. Hij heet Pr-nb.t-in(.t) 'huis van de meesteres der vallei', in het grieks Speos Artemidos (grot van Artemis) en thans Istabl 'Antar, 'Stal van Antar (arabische legendarische held)'. In de nabijheid is een uitgestrekte begraafplaats van heilige katten, aan Pachet toegewijd.

Lit. Porter/Moss 4, 141-165; 163. P. E. Newberry, Beni Hasan 1-4 (London 1893-1900). H. Wilsdorf, Ringkampf im alten Ägypten (Schriften des Instituts für Leibesübungen der Universität Leipzig, 3; Würzburg-Anmülle 1939). [Vergote]


Kaart