Londinium, romeinse stad op de linker oever van
de Thames in Britannia; thans Londen.
De oorsprong van romeins L. moet ca. 43
nC worden gedateerd, het begin van de romeinse
verovering van Britannia; resten van een pre-romeinse
nederzetting zijn ter plaatse niet gevonden.
Ten tijde van de opstand van koningin
Boudicca
(61 nC) was L. reeds een belangrijk handelscentrum,
begunstigd door zijn ligging op de heuvels St. Paul's
en Cornhill aan weerszijden van de Walbrook, een
noordelijke zijrivier van de Thames, ca. 500 m ten
westen van de tegenwoordige London Bridge, die
misschien van romeinse oorsprong is. Na de
verwoesting door Boudicca werd de stad spoedig
herbouwd en nam nog in betekenis toe, ook na een
hevige brand ca. 125; ca. 200 werd ze met een stenen
muur omgeven en was met een oppervlakte van
ruim 30 ha de vijfde grootste stad van het Westen.
De politieke status van L. is niet geheel duidelijk;
sinds Diocletianus
was het de hoofdstad van een van
de nieuwe provincies die hij in Britannia oprichtte.
Van ca. 290 tot 326 en van 383 tot 388 was er
een munt gevestigd, vanaf ca. 300 resideerde er een
bisschop.
Opgravingen en toevallige vondsten hebben resten
aan het licht gebracht van de vestingmuur, van een
grote basilica op het stadsforum, van thermen en
van tempels. In 1956 werd op de oever van de Walbrook
een Mithras-heiligdom ontdekt, dat vanaf
de 2e tot in de 4e eeuw nC in gebruik was en nog
interessante sculpturen en inscripties bevatte. Rechts is een lamp afgebeeld, gevonden bij een opgraving in Southwark.
Lit. W. F. Grimes (EAA 4, 680-682). - R. E. Wheeler, London in Roman Times (London 1930). N. C. Cook, Finds in Roman London 1949-1952 (ib. 1953). W. F. Grimes, The Excavations of Roman and Medieval London (ib. 1968). P. Marsden, Roman London (London 1980). [Nuchelmans]