Rabba (hebreeuws rabbāh = de grote), gelegen op
de plaats van Amman, de tegenwoordige hoofdstad
van Jordanië, was de hoofdstad van de Ammonieten,
die tijdens David
door zijn veldheer Joab werd
veroverd (2Sm 11,1; 12,27-29). Tijdens de periode
van hellenisering in de 3e eeuw vC kreeg de stad de
naam Philadelphia. Antiochus III veroverde in 218
vC de stad, die onder seleucidisch bestuur bleef totdat
Pompeius
in 63 vC haar bij de Dekapolis
inlijfde en daarmee onder romeins gezag bracht.
Als centrum van karavaanwegen in de provincie
Arabia ging de stad een periode van voorspoed tegemoet,
die duurde tot de arabische veroveringen
in 635. Resten van de stad binnen het tegenwoordige
Amman zijn tussen 1927 en 1937 door een
italiaanse expeditie blootgelegd. De oudste bewoning
gaat terug tot het chalcolithicum en de vroege
bronstijd (ongeveer 2200 vC) en had een heilige
rots op de acropolis tot centrum (Hierop werd in de
2e eeuw nC de tempel van Hercules gebouwd). Volgens Dt 3,11
herinnerde de rustbank van Og, de koning van Basan,
aan de oertijd waarin het land nog door reuzen
bewoond werd. Hiernaast een foto van het theater.
Lit. J. B. Hennessy, Excavations of a Late Bronze Age
Temple at Amman (PEQ 98, 1966, 155-162). Id., Amman (RB
73,1966,561-564). [Beek]