Thule (Θούλη), naam van het legendarisch geworden eiland dat ca. 325 vC door Pytheas van Massilia ontdekt werd op zijn tocht rond Britannië. Pytheas situeerde T. op een afstand van zes dagen varen ten noorden van Britannië en noteerde er diverse bijzonderheden over: de middernachtzon, een eigenaardige vermenging van aarde, water en lucht (dichte mist op wadden?), geringe vegetatie enz.
Hoewel Pytheas bij de geografen van de oudheid weinig geloof vond, werd T. sindsdien algemeen beschouwd als het noordelijkste land ter wereld en op vele kaarten als zodanig opgenomen. In antieke en middeleeuwse bronnen zijn over T. geen nadere gegevens te vinden die een zekere identificatie mogelijk maken. De vele gissingen die in de loop van de tijden gemaakt zijn, komen meestal neer op IJsland, de westkust van Noorwegen of een van de Shetlandeilanden.
De uitdrukking Ultima Thule, die o.a. voorkomt in
Vergilius' Georgica (1,30) en Seneca's Medea (vers
380), wordt in overdrachtelijke zin gebruikt voor
een zeer ver gebied of iets onbereikbaars.
Lit. G. Macdonald (PRE 6A, 627-630). - R. Hennig, Terrae incognitae. Eine Zusammenfassung und kritische Bewertung der wichtigsten vorcolumbischen Entdeckungsreisen 1. Altertum bis Ptolemaus (Leiden ²1944) 155-182. H.-J. Mette. Pytheas von Massalia (KT 173, Berlin 1952). [Nuchelmans]