Turones of Turoni, gallische stam die ten zuiden en,
in een smalle strook, ten noorden van de middenloop
van de Loire (Liger) woonde, in het noorden begrensd
door de Cenomani, in het noordoosten door de Carnutes,
in het zuidoosten door de Bituriges Cubi, in
het zuidwesten door de Pictones, in het westen door
de Andecavi. De T. werden in 57
vC aan het romeinse gezag onderworpen door
Iulius
Caesar; bij de gallische opstand van 21 nC bevonden
zij zich onder de initiatiefnemers, maar ze werden
spoedig opnieuw onderworpen. De Civitas Turonum
behoorde tot de romeinse provincie Gallia Lugdunensis
en had als hoofdstad het gunstig gelegen
Caesarodunum, het huidige Tours (laat-latijn Turonis)
De T. leefden hoofdzakelijk van landbouw en
veeteelt.
Hun hoofdstad kreeg pas in de latere keizertijd, toen zij in 374 tevens hoofdstad van de nieuwe provincie Lugdunensis III werd, en in de frankische periode meer dan regionale betekenis. Van 372 tot 397 werd het in de 3e eeuw opgerichte bisdom bestuurd door de bekende heilige Martinus. Veel gegevens over de geschiedenis van de T. en hun hoofdstad hebben we te danken aan de geschriften van Gregorius van Tours, die van 574 tot 593 bisschop van de stad was.
Archeologische resten uit de romeinse tijd zijn in
Tours schaars; afgezien van losse voorwerpen en een
paar inscripties zijn alleen van de stadswallen (3e
eeuw') en van een groot amfitheater (2e eeuw?) nog
overblijfselen waarneembaar.
Lit. P. Goessler (PRE 7A, 1416-1426). C. Lelong (Princeton Encyclopedia of Classical Sites, Princeton 1976, 182v). - Id., Note sur les vestiges visibles de Caesarodunum (Caesarodunum 2, 1968, 315- 326). T.L. Bratton, Tours. From Roman Civitas to Merovingian episcopal centre (Diss. Bryn Mawr 1979). (Nuchelmans]