Martinus, bisschop van Tours (geboren in 316/317
te Sabaria in Pannonië,
tegenwoordig Szombathely
in Hongarije, en gestorven in 397 te Tours) was zoon
van een heidens officier. Na een opvoeding in Pavia
ging hij als beroepsmilitair in het leger en diende
naderhand bij de garderegimenten. Reeds vroeg was
hij catechumeen. Aanleiding tot zijn definitieve bekering
was de beroemde scène dat M. een arme die
hij ontmoette de helft van zijn man tel gaf: deze arme
was volgens het verhaal Christus zelf die hem de
volgende nacht verscheen. M. liet zich dopen. Na een
tocht naar Pannonië,
Milaan en
Illyricum voegde hij
zich in 360 bij
Hilarius van Poitiers
en stichtte te
Ligugé een klooster, het eerste van Gallië. In 372
werd hij bisschop van Tours. Hij begunstigde het
monnikenwezen en deed veel voor de bekering van
het platteland. Grote invloed heeft zijn levensbeschrijving
door Sulpicius Severus gehad.
Hernaast een mozaïek uit de San Apollinare Nuovo in Ravenna
(6e eeuw nC).
Lit. Uitgaven van de Vita Martini door Sulpicius Severus:
C. Halm (CSEL 1; Wien 1866). Met franse vertaling en commentaar:
J. Fontaine SC 133-135 (Paris 1967-1969). - E. Ch.
Babut, Saint Martin de Tours (Paris 1912; verwerpt de historische
waarde van de Vita). H. Delehaye, Saint Martin et
Sulpice Sévère (AB 38, 1920, 5-136; tegen Babut). J. Costanza,
La leggenda di S. Martino nel medio evo (Palermo 1921).
J. van den Bosch, Capa, basilica, monasterium et le culte
de saint Martin de Tours (Latinitas Christianorum Primaeva
13; Nijmegen 1959). J. Fontaine, Vérité et fiction dans la
chronologie de la Vita Martini (Studia Anselmiana 46, 1961,
189-236).
[Bartelink]