Volsinii, het etruskische Velzna, was volgens de
antieke auteurs een van de oudste en machtigste
steden in Centraal-Etrurië, gelegen op de noordelijke
oever van de Lacus Volsiniensis (Lago di Bolsena).
Vanaf 392 vC bericht Livius over herhaalde conflicten
met Rome, die tenslotte uitliepen op de totale
verwoesting van de stad in 264 vC. Tot de oorlogsbuit
behoorden niet minder dan 2000 bronzen beelden.
De resterende bevolking zou naar een nieuwe
bevolkingskern overgeplant zijn (Zonaras, Epitome
8, 7).
Opgravingen nabij het huidige Bolsena hebben
in 1946 dit nieuwe romeinse centrum (V. novi)
aan het licht gebracht. Zonaras' vermelding gaf
ontstaan aan de hypothetische identificatie van het
etruskische V. met Orvieto, waar een bloeiende
etruskische nederzetting uit de 6e en 5e eeuw vC
archeologisch goed bekend is. Thans wordt echter
doorgaans aangenomen dat ook het etruskische V.
in de omgeving van het huidige Bolsena dient
gelocaliseerd te worden; de oudste necropolen (late 5e
eeuw), de 4e-eeuwse stadsmuren en twee hellenistische
heiligdommen, waarvan een aan de etruskische
god Selvans is gewijd, zouden hierop wijzen. In de
keizertijd was V. een bloeiend municipium van de
tribus Pomptina. Dit was de geboorteplaats van
Seianus,
Musonius en
Avienus.
Lit. R. Enking/G. Radke (PRE 9A, 829-847). E. Bizarri (EAA 5,
773-779). - R. Bloch, Volsinies étrusque et romaine. Nouvelles
découvertes archéologiques (Mélanges d'Archéologie et d'Histoire de
l'École Française de Rome 62, 1950, 57-123). Id., Recherches
archéologiques en territoire volsinien (Bibliothèque des Écoles
Françaises d'Athènes et de Rome 220, Paris 1973). F. Boitani/M. Cataldi/
M. Pasquinucci, Les cités étrusques (Paris/Bruxelles 1975) 267-274.
S. Steingraber, Etrurien. Städte, Heiligtümer, Nekropolen
(München 1981) 272-298. [Verhaeghe-Pikhaus]