Rufius Festus Avienus, latijnse dichter uit de tweede helft van de 4e eeuw nC., behoorde tot de kringen die in het Rome van de 4e of 5e eeuw er zich op toelegden, de oude godsdienst en het oude literair cultuurgoed te bewaren. Uit een door hemzelf vervaardigde wij-inscriptie aan de te Volsinii (Etrurië) vereerde noodlotsgodin Nortia blijkt hij aldaar geboren te zijn en de stoïcijn Gaius Musonius Rufus tot zijn voorvaderen te rekenen; hij bracht het tweemaal tot het proconsulaat, waarschijnlijk in Achaia en in Baetica. Werken:
1. A. vertaalde, in navolging van Cicero en Germanicus, de Phaenomena van Aratus, waarvan hij de omvang bijna verdubbelde (1877 hexameters) door er o.a. de scholia in te verwerken.
2. In zijn Descriptio orbis terrae (Beschrijving van de wereld), een vertaling van de Περιήγησις van Dionysius Periegetes, bleef hij dichter bij het origineel, dat hij slechts met 200 verzen uitbreidde.
3. Ora maritima (De zeekust), een beschrijving van de europese kust van Bretagne tot de Zwarte Zee, waarvan alleen het begin (tot Massilia, ca. 700 verzen) bewaard is gebleven. Ook voor dit werk ging A. met uitzondering van het slot, dat hij aan Sallustius' tractaat De situ Ponti ontleende, terug op een griekse bron; daarvan volgde hij ook het metrum, iambische zesvoeters, na, terwijl hij zich elders, eveneens in navolging van zijn voorbeelden, van de dactylische hexameter bediende. Overigens bestaat er over deze bron verschil van mening: volgens Marx was zij een samenvoeging van twee reisbeschrijvingen uit de 4e en 2e eeuw vC, volgens Schulten ging A. terug op een veel oudere beschrijving uit de 6e eeuw vC. A. is derhalve geen getuige van de geografische kennis en opvattingen van zijn eigen tijd, maar van die uit een ver verleden.
Verloren gegaan zijn een epitome uit Livius en een geschrift over de mythen bij Vergilius, wiens dichtkunst, speciaal in de Georgica, hem sterk beïnvloed heeft.
De stijl van A. is krachtig en levendig, zijn taal verzorgd,
maar soms gekunsteld.
De tekst van Ora maritima is slechts tot ons gekomen
door de editio princeps van G. Valla (Venetië
1488); de beide andere geschriften zijn ook nog overgeleverd
in een codex Ambrosianus (Milaan) uit de
15e eeuw, de vertaling van Aratus bovendien in
codex Vindobonensis 107 uit de 10e eeuw.
Lit. Beste recente uitgaven: A, Holder, Avieni Carmina (Innsbruck
1887). A. Breysig, Avieni Aratea (Leipzig 1882). A.
Schulten, Avieni Ora maritima (Barcelona 1922, ²1955). A.
Berthelot, Avienus, Ora maritima (Paris 1934; met franse
vertaling). P. van de Woestijne, Avienus, Descriptio orbis
(Brugge 1961). - F. Marx (PRE 2, 2386-2391). K. Ihlemann,
De Avieni in vertendis Arateis arte et ratione (Diss. Göttingen
1909). Uitgave met franse vertaling: J. Soubiran, Aviénus. Les
phénomènes d'Aratos (Paris 1981).
[Diercks]