De functie van het grote terrein dat op een
theater lijkt, op de heuvel ten westen van de Acropolis werd vroeger door
een groot aantal verschillende theorieën verklaard, maar nu is het
zeker geïdentificeerd als de Pnyx, de plaats waar de volksvergadering
(ἐκκλησία) van Athene bijeenkwam.
De archeologische resten tonen dat de Pnyx 3 verschillende bouwfases kende.
In de eerste periode werd de flank van de heuvel gebruikt als de cavea
van het theater. De spreker stond met zijn gezicht naar het zuidwesten
en de vergaderden zaten tegen de noordelijke helling. Het oppervlakte werd
geëffend door de harde kalksteen uit te graven, terwijl een rechte
muur aan de noordkant werd gebouwd. In de tweede periode was de opstelling
van het auditorium heel verschillend; een hoge half-cirkelvormige muur
werd aan de noordkant gebouwd, die steun gaf aan een helling, d.w.z precies
in de tegenovergestelde richting van de eerste periode. Men kon er langs
trappen komen, elk 3.90 m. breed. De Pnyx van de derde periode had precies
dezelfde opzet, maar dam op een grotere schaal; de grote steunmuur van
119 m was gemaakt van de blokken die uit het terrein waren uitgegraven,
terwijl de nieuwe bema (=spreekgestoelte) op het noorden gericht was.
Opgravingen werden uitgevoerd in 1910 door de Greek Archaeological Society en deze bevestigden de identificatie van de plaats als de Pnyx. Later werd er op grote schaal gegraven door H.A. Thompson, eerst in samenwerking met K. Kourouniotes en later met R.L. Scranton.
De belangrijkste monumenten van de plaats zijn: