Bion

Bion (Βίων) van Phlossa bij Smyrna, griekse dichter die ca. 100 vC op Sicilië werkte. Van zijn bucolische poëzie zijn een klaaglied en 16 fragmenten bewaard gebleven, waarvan sommige volledige gedichten lijken te zijn. In deze fragmenten overheerst het erotische element sterk het bucolische. Het meest bekend is zijn - onder de werken van Theocritus overgeleverde - Ἀδώνιδος ἐπιτάφιος (Klacht bij het lijk van Adonis), een gevoelige klaagzang van 98 hexameters op de geliefde van Aphrodite, nadat hij door een everzwijn is gedood. Het in ongelijke strofen gelede werkje is een van de mooiste en knapste staaltjes van de hellenistische poëzie en heeft grote invloed gehad op de latijnse elegische dichters. De sterk dorisch gekleurde taal is eenvoudig en zeer welluidend.

Na zijn dood, waarschijnlijk door vergiftiging, werd B. zelf door een anonieme leerling betreurd in een Ἐπιτάφιος Βίωνος, die ten onrechte aan Theocritus of Moschus is toegeschreven.

tekst


Lit. Uitgaven: A. S. F. Gow, Bucolici Graeci (Oxford 1952); met franse vertaling: P. Legrand, Bucoliques grecs 2 (Paris 1954); engelse vertaling: A. S. F. Gow, Greek Bucolic Poets (1953); duitse vertaling van de lijkklacht: U. von Wilamowitz-Moellendorff, B. von Smyrna, Adonis (Berlin 1900 = Reden und Vorträge 1, Berlin 1925, 292-305). - W. Arland, Nachtheokritische Bukolik (Diss. Leipzig 1937). [Nuchelmans]



Lijst van Auteurs