Tatianus

Tatianus (Τατιανός), grieks christelijk schrijver uit de 2e eeuw. Hij was uit Syrië afkomstig en stamde uit heidense ouders. Als leerling van Justinus martyr, wiens school hij te Rome bezocht, bekeerde hij zich tot het christendom. In tegenstelling tot zijn leermeester kantte T. zich fel tegen de griekse filosofie en cultuur. Even extreem in zijn levenswijze als in zijn uitingen, stichtte hij, na ca. 172 Rome te hebben verlaten, in het Oosten de sekte van de encratieten, die als een christelijke groepering van de gnostici te beschouwen zijn. Ze verwierpen het huwelijk en onthielden zich van vlees en wijn. Aangezien ze zelfs bij de eucharistische viering de wijn door water vervingen, werden ze wel aquarii (waterdrinkers) genoemd.

Van de geschriften van T. zijn er twee bewaard gebleven: de Oratio ad Graecos (Λόγος πρὸς Ἕλληνας) en het Diatessaron (Τὸ διὰ τεσσάρων εὐαγγέλιον), een evangeliënharmonie, waarvan de originele tekst (wel grieks, naderhand door T. zelf in het syrisch vertaald) uit latere vertalingen in het latijn, arabisch en midden-frankisch gereconstrueerd kan worden. De tijd, waarin de Rede geschreven is, blijft onduidelijk: waarschijnlijk wel na Justinus' dood (166), en niet te Rome. Ze behelst een doorlopende aanval op de griekse cultuur en is gekenmerkt door een scherpe, polemische toon. De griekse dichtkunst, retorica en filosofie zijn volgens T. hoofdzakelijk immoreel van karakter. Is er in de griekse beschaving al iets waardevols te vinden, dan is het aan de barbaren ontleend.

Het Diatessaron, een doorlopend evangelie samengesteld uit gedeelten van de evangelies, werd door T. waarschijnlijk na zijn terugkeer naar het Oosten geschreven. Het behield enkele eeuwen een officiële status in de liturgie van de syrische Kerk, tot het in de 5e eeuw door de 4 kanonieke evangelies werd vervangen. Via de latijnse vertaling heeft T.' Diatessaron ook in het Westen gedurende de middeleeuwen grote invloed gehad.


Lit. Uitgaven: MPG6,802-888. J.C.Th. Otto,Corpus apologetarum christianorum saeculi secundi 6 (Jena 1851 = Wiesbaden 1969). E. Schwartz, Tatiani oratio ad Graecos (TU 4, 1, Leipzig 1888). A.S. Marmadji, Diatessaron de Tatien. Texte arabe établi, traduit en français, collationné avec les anciennes versions syriaques, suivi d'un évangéliaire diatessarique syriaque (Beyrouth 1935). G. Messina, Diatessaron persiano 1-2 (Rome 1951). Duitse vertaling van de Rede: R.C. Kukula (BKV 1² Kempten 1913). - G. Bardy (DTC 15, 59-66). E. Fascher (PRE 4A, 2468-2471) - Bardenhewer 1, 262-284. Quasten 1, 220-228. - A. Puech, Recherche sur le Discours aux Grecs de Tatien (Paris 1903). 1. Geffcken, Zwei griechische Apologeten (Leipzig/Ber1in 1907). F. Andres, Die Engellehre der griechischen Apologeten des zweiten Jahrhunderts (Paderborn 1914) 3665. D. Plooy, A Primitive Text of the Diatessaron. The Liège manuscript of a mediaeval Dutch translation (Leiden 1923). C. Peters, Das Diatessaron Tatians. Seine Überlieferung und sein Nachwirken im Morgen- und Abendland, sowie der heutige Stand der Erforschung (OrChrA 123, Rome 1939). A. Vööbus, Studies in the History of the Gospel Text in Syriac (CSCO 128, Leuven 1951). I. Ortiz de Urbina, Vetus evangelium Syrorum et exinde excerptum Diatessaron Tatiani (Madrid 1967). G.Quispel, Het Evangelie van Thomas en de Nederlanden (Amsterdam 1971). Id., Tatian and the Gospel of Thomas. Studies in the history of the western Diatessaron (Leiden 1975). [Bartelink]


Lijst id="r0029"> van namen