Telesilla (Τελέσιλλα) van Argos, griekse dichteres,
ca. 500 vC. Van haar poëzie, die bestond uit hymnen
met verhalende inhoud, is afgezien van enkele losse
woorden slechts één tweeregelig fragment bewaard,
dat betrekking heeft op de vlucht van Artemis voor
de riviergod Alpheüs. Vermoedelijk heeft T. ook
een gedicht geschreven over de bruiloft van
Zeus en
Hera.
De in Epidaurus
(als inscriptie) gevonden
hymne op de Magna Mater is door Maas aan T.
toegeschreven; volgens Page en Koster is deze echter
van latere datum. Het door T. gebruikte metrum
(acephale glyconeus: ) wordt naar haar telesilleion
genoemd.
Volgens een door Plutarchus en Pausanias overgeleverde
traditie zouden de argivische vrouwen onder
leiding van T. de Spartanen (onder koning Cleomenes)
uit het gebied van Argos verdreven hebben.
Dit kan een legende zijn, die dan ontwikkeld is uit
de door Herodotus
(6, 77) weergegeven orakelspreuk.
Wil men de historiciteit van het verhaal verdedigen,
dan moet men aannemen dat Herodotus,
die de heldendaad van T. niet vermeldt, hier afhankelijk
is van de spartaanse traditie.
Lit. Uitgaven: E. Diehl, Anthologia Lyrica Graeca 5 (Leipzig 1942)
72-75. D. Page, Poetae Melici Graeci (Oxford 1962) 372-374, 502 v.
Met engelse vertaling: J. W. Edmonds. Lyra Graeca 2 (Loeb Class.
Libr., London 1924 236-245. - P. Maas (PRE 5A, 384v). - G. M.
Kirkwood, Early Greek Monody (Ithaca/London 1974) 179v. W.
Koster, De Epidaurische Hymne op de Magna Mater (Mededelingen
Koninklijke Nederlandse Akad. Wet. 25, 4, Amsterdam 1962).
[Schreiner]