Anacharsis (Ἀνάχαρσις), scythische prins, die bij zijn thuiskomst van een reis door Griekenland en Klein-Azië om zijn filhelleense ideeën door zijn broer, koning Saulius, gedood zou zijn (Herodotus 4, 76-77). Te Athene zou hij rond 590 bevriend zijn geraakt met Solon, te Corinthe met Periander. De Grieken rekenden hem soms tot de zeven wijzen.
Vanaf de 4e eeuw vC wordt A. afgeschilderd als het type van de onbedorven natuurmens; hij geldt als een voorloper van de cynici en men legt hem graag scherpe kritiek op de overbeschaafde, onnatuurlijke levenswijze der Grieken in de mond. De op zijn naam staande brieven (uitg. Hercher, Epistolographi Graeci, Paris 1873, 102vv), o.a. aan Hanno (Cicero Tusc. Disp. 5, 90), zijn vermoedelijk niet ouder dan de 3e eeuw vC. Lucianus maakte van A. de hoofdfiguur van een gelijknamige dialoog (met Solon).
Diogenes Laërtius
schreef een biografie van hem
(1, 110vv). Aan A. worden ook technische uitvindingen
toegeschreven: het tweearmige anker, het
pottebakkerswiel en de blaasbalg. In de 18e eeuw
koos Jean-Jacques Barthélemy (1716-1795) de fictieve
figuur van een jonge A. uit de 4e eeuw vC tot
hoofdpersoon van zijn historische roman Voyage
du jeune Anacharsis en Grèce (1779), een boek dat
generaties lang een best-seller bleef en de geestdriftige
liefde voor de griekse oudheid tijdens de romantiek
sterk heeft bevorderd. De uit Pruisen geboortige
encyclopedist, jacobijn en 'ennemi personnel de
Jésus-christ', Jean-Baptist baron De Cloots (1755-1794),
liet zich graag Anacharsis Cloots noemen.
Lit. B. Snell, Leben und Meinungen der Sieben Weisen
(München 1952). F. Reuters, De Anacharsidis epistulis (Bonn
1 957).
[Nuchelmans]