Himation (ἱμάτιον), bij de Grieken naam van de
grote mantel in tegenstelling met de wat kleinere
chlaina en
chlamys. Het h. werd buitenshuis
over de chiton of
peplos gedragen, zowel door
mannen als door vrouwen, maar was in de klassieke
tijd dikwijls het enige kledingstuk van de man. Het
bestond uit een grote rechthoekige linnen of wollen,
dikwijls bontgekleurde lap stof, die niet met een
fibula
bevestigd, maar los omgeslagen werd. In de
oudere tijd werd het h. bij wijze van
stola om beide
schouders gelegd, vanaf het midden der 5e eeuw vC
hing men één uiteinde over de linkerschouder naar
voren, de rest werd via de rug onder de rechterarm
doorgehaald; het andere uiteinde werd over de linkerschouder
naar achteren geslagen of hing over de
linker onderarm. De rechterschouder en rechterarm
bleven vrij, de borst bleef geheel of gedeeltelijk onbedekt.
In kwaliteit en drapering waren uiteraard vele variaties
mogelijk. Op de tekening hiernaast heeft een vrouw die offergaven
voor Athene (κανηφόρος) in de Panathenaeën draagt, een
chiton met daaroverheen een himation.
Lit. W. Amelung (PRE 8, 1609-1613). - M. Bieber, Griechische
Kleidung (Berlin 1928).
[Nuchelmans]