Publius Aelius Aristides

Publius Aelius Aristides (Ἀριστείδης), griekse sofist en retor, voornaamste vertegenwoordiger van de literaire beweging die de 'tweede sofistiek' wordt genoemd. Geboren in 117 of 129 nC in Adrianutherae in Mysië, werd hij opgeleid door de beste leermeesters van zijn tijd, o.a. door Herodes Atticus. A. heeft veel gereisd (Egypte, Athene, Rome, Pergamum enz.) om voordrachten te houden; lange tijd leefde hij in Smyrna. Als leraar schijnt hij geen succes te zijn geweest, maar als schrijver en verdediger van de retorica tegen de wijsbegeerte had hij groot gezag, ook na zijn dood (ca. 189) nog. Een groot deel van het oeuvre van A. is bewaard gebleven, in totaal 55 redevoeringen, vooral gelegenheids- en declamatiestukken, die meer cultuurhistorische dan literaire betekenis hebben. Behalve de lofredes op Athene (Παναθηναικός) en Rome (Εἰς Ῥώμην) zijn vooral zijn zes Ἱεροὶ λόγοι (Gewijde redevoeringen) bekend, die het relaas bevatten van zijn 'heilige' ziekte en de genezing daarvan na 17 jaar in de Asclepius-tempel te Pergamum. Als stilist trachtte A. de grote attische auteurs na te volgen, vooral Isocrates; zijn welsprekendheid is kunstrijk, maar ook kunstmatig en zonder diepte of werkelijk leven; improvisatie lag hem niet.

Een leerboek der retorica in twee delen (Τέχναι ῥητορικαί; beste uitgave W. Schmid, Aristidis qui feruntur libri rhetorici II, Leipzig 1926) staat ten onrechte op naam van A. Ook enkele der 55 redevoeringen zijn vermoedelijk of zeker niet van zijn hand. De redevoeringen zijn het best overgeleverd in een handschrift uit 917, waarvan de eerste helft in Parijs (Parisinus graecus 2951), de tweede helft in Florence (Laurentianus 60,3) bewaard wordt.


Lit. Uitgaven: Editio princeps: E. Bonini (Florence 5517). Beste recente edities: W. Dindorf, Aristidis opera 1-3 (Leipzig 1829; met scholia). B. Keil, Aristidis quae supersunt omnia (Leipzig 1898; alleen tweede band: orationes XVII-LIII). F. Lenz/C. A. Behr, Aristidis Opera quae exstant omnia 1-3 (Leiden 1976vv). Met duitse vertaling en commentaar: F. Klein, Die Romrede des Aelius A. 1-2 (Darmstadt 1981-1983). - C. A. Behr, Aelius A. and the Sacred Tales (Chicago 1969). Aristobulus (2): N. Walter, Der Thoraausleger Aristobulos (TU 86,Berlin 1964).W. Schmid (PRE 2, 886-894). GGL 2, 698-709. - W. Schmid, Der Atticismus in seinen Hauptvertretern 2 (Stuttgart 1889). A. Boulanger, Aelius Aristide et la sophistique dans la province d'Asie au IIe siècle de notre ère (Paris 1923). U. von Wilamowitz-Moellendorff, Der Rhetor Aristeides (Sitzungsberichte Berliner Ak. Wiss., Phil.-hist. Klasse 30, 1925, 333vv). C. A. de Leeuw, Aelius Aristeides als bron voor de kennis van zijn tijd (Diss. Utrecht, Amsterdam 1939). F. W. Lenz, Aristeidesstudien (Berlin 1964). [Ros]


Lijst van Namen