Amphiaraüs (Ἀμφιάραος), legendarische ziener en
held uit Argos, zoon van Oïcles (of Apollo) en
Hypermestra. Hij huwde
Eriphyle, een zuster van
Adrastus. Door
Polynices van Thebe met het
halssnoer van Harmonia omgekocht, overreedde
Eriphyle A. om deel te nemen aan de tocht van de
Zeven tegen Thebe, waarvan hij de mislukking, die
ook zijn eigen dood zou betekenen, voorzag. Voor
zijn vertrek liet hij zijn zonen
Alcmaeon en Amphilochus
zweren dat ze hem zouden wreken en een
nieuwe tocht tegen Thebe ondernemen. Tijdens het
beleg van Thebe speelde A. een belangrijke rol,
maar op de algemene vlucht der Argivers werd hij
bij Oropus op de grens van Attica en Boeotië door
de bliksem getroffen en samen met zijn vierspan
door de aarde verzwolgen. Zeus verleende hem de
onsterfelijkheid. In Oropus werd A. later vereerd als
orakelgod.
A.' vertrek naar Thebe en afscheid van Eriphyle is
afgebeeld op de beroemde z.g. Amphiaraüs-krater,
een fraai stuk corinthisch vaatwerk uit ca. 570 vC,
dat gevonden werd te Cerveteri en zich thans te
Berlijn bevindt. Dit tafereel was de gehele oudheid
door zeer geliefd bij de beeldende kunstenaars, evenals
de verzwelging van A., die o.a. voorkomt op een
etruskisch tempel-fronton in het Museo Archeologico
van Florence (3e eeuw vC).
Op de foto een reliëf uit Oropos (ca. 400 vC).
Lit. Homerus, Odyssee 15, 244-253. Aeschylus, Hepta 568-625. E. Bethe (PRE 1, 1886-1893). V. Scrinari/E. Banti (EAA 1, 370-372). F. Bener, Dis Amphiaraos-Sage in der griechischen Dichtung (Zürich 1945). [Nuchelmans]