Met bezorgdheid bemerkte Eurystheus de toenemende roem van zijn jeugdige neef en hij ontbood hem om hem als zijn onderdaan verschillende werkzaamheden op te dragen. Aangezien Heracles niet wilde gehoorzamen, liet Zeus zelf, die niet in strijd met zijn raadsbesluit wilde handelen, zijn zoon bevelen de koning te dienen. Het stond de halfgod allerminst aan om de ondergeschikte van een sterveling te worden; hij ging naar Delphi en raadpleegde het orakel.
![]() |
Heracles brengt Eurystheus Cerberus |
De uitspraak van het orakel veroorzaakte Heracles veel leed en een donkere
zwaarmoedigheid omhulde hem. Zijn trots gedoogde niet een mindere te
gehoorzamen maar Zeus, zijn vader, te weerstreven achtte de held even noodlottig.
Dit ogenblik nam Hera waar om toe te slaan. Ondanks de hulp die Heracles
de goden had bewezen, haatte zij de zoon van Alcmene nog met onverminderde
heftigheid en nu veranderde zij zijn zwaarmoedigheid in waanzin.
Zozeer was hij van zijn zinnen beroofd dat hij meende nog steeds tegen de
Giganten te strijden en zo de kinderen doodde die Megara hem geschonken had.
Lange tijd duurde het eer hij tot bezinning kwam en daarna werd hij zwaar door
berouw gekweld. Hij sloot zich in zijn huis op en wilde niemand zien. Toen
eindelijk de tijd zijn smart verzacht had, verklaarde hij zich bereid de opdracht
van Eurystheus uit te voeren en begaf zich naar de koning die in de stad Mycene
zetelde.