AFGEWEZEN DOOR IOLE'S VADER
Na de werken keerde de held terug naar Thebe. Zijn vrouw Megara, wier kinderen hij
in zijn aanval
van waanzin had gedood, had zich van hem afgewend en zij huwde
met zijn neef Iolaus. Heracles zelf dacht aan een nieuw huwelijk
en had zijn
zinnen gezet op de schone Iole, de dochter van koning Eurytus van Oechalia,
dezelfde vorst die hem als jongen in
de kunst van het boogschieten had ingewijd.
 |
Iole in het midden |
Eurytus had zijn dochter beloofd aan degene die hem en zijn zonen
in het boogschieten
zou overtreffen. Heracles nam aan de wedstrijd deel en bewees dat hij
een waardige leerling van de koning
was; hij won zelfs van hem en zijn zonen.
Ofschoon Heracles hem veel eer betoonde, was de koning ontsteld over zijn
nederlaag.
Hij moest denken aan het lot van Megara en vreesde dat het zijn
dochter evenzo zou vergaan. En toen Heracles om de hand van
de schone
Iole vroeg, kreeg hij ten antwoord dat haar vader niet terstond kon besluiten.
Intussen was Iphitus, de oudste zoon
van de koning, die van dezelfde leeftijd was
als Heracles en grote bewondering had voor de kracht en dapperheid van hun
gast,
zijn boezemvriend geworden. Hij deed zijn uiterste best om zijn vader
gunstiger te stemmen ten opzichte van de vreemdeling,
maar Eurytus bleef bij
zijn weigering. Beledigd verliet Heracles het paleis en zwierf door vele landen.
Intussen kwam een bode
de koning melden dat enige van zijn runderen gestolen
waren. En Eurytus gaf daarvan deze verklaring: "Niemand anders dan Heracles
heeft dat gedaan; dat is zijn laaghartige wraak omdat ik hem, de moordenaar van
zijn kinderen, mijn dochter geweigerd heb!"
Iphitus verdedigde zijn vriend hartstochtelijk en bood aan zelf naar Heracles te
gaan en samen met hem naar de gestolen runderen
te zoeken. Hij ging ook kort
daarna op weg en werd gastvrij ontvangen. Lange tijd zochten zij, maar het was
vergeefs. Toen zij
naar de hoge burcht van Tiryns klommen om de omgeving te
kunnen overzien, kreeg de waanzin Heracles nog eenmaal in de macht.
Gedreven
door Hera's toorn, zag hij zijn trouwe vriend Iphitus aan voor een der
handlangers van diens vader en vanaf de hoge
burcht wierp hij hem in de diepte.