Midas

Midas (Μίδας), legendarische koning van Phrygië, over wie in de oudheid twee merkwaardige verhalen verteld werden.

Toen Midas' onderdanen eens Silenus, de opvoeder en trouwe begeleider van Dionysus, hadden aangetroffen terwijl hij in beschonken staat verdwaald was, ontving M. hem gastvrij en zorgde ervoor dat hij bij Dionysus terugkwam. De koning mocht daarom van de dankbare god een wens doen, maar deed de dwaze wens dat alles wat hij aanraakte in goud zou veranderen. Toen bleek dat ook zijn eten en drinken goud werden, verzocht M. Dionysus hem van zijn wens te bevrijden. De god willigde zijn verzoek in en droeg hem op zich te baden in de rivier de Pactolus; deze voerde sindsdien goudzand met zich mee.

Bij een muzikale wedstrijd tussen Apollo en Pan kende Tmolus, die als scheidsrechter optrad, de prijs aan Apollo toe, maar M. keurde deze beslissing af omdat hij vond dat Pan het mooist gespeeld had. Apollo was daarover zeer ontstemd en gaf de koning ezelsoren. Om deze voor zijn onderdanen te verbergen bedekte M. zijn hoofd met een grote muts; alleen zijn kapper kwam het geheim te weten. Omdat die het niet voor zich kon houden, groef hij een kuil, waarin hij fluisterde: 'Koning Midas heeft ezelsoren'. Toen hij de kuil dichtgegooid had en er riet bovenop groeide, waren die woorden echter voor iedereen te horen als de wind het net deed ruisen.

Beide verhalen bevatten zowel sprookjesstof als aetiologische elementen: het eerste wil mede een verklaring geven voor het goudzand van de Pactolus, het tweede voor de karakteristieke vorm van de phrygische muts.

De avonturen van M. hebben weinig weerklank gevonden in de beeldende kunsten; alleen op attisch vaatwerk uit de 5e en 4e eeuw vC wordt soms de ontmoeting van M. met Silenus afgebeeld (o.a. op een stamnos uit Chiusi in het British Museum). Linksboven is een afbeelding van Midas op een halsamfoor uit ca. 480 vC te zien (John Hopkins University Museum, Baltimore).

Lit. Ovidius, Metamorfosen 11, 85-193. E. Kuhnert/W. Drexler (Roscher 2, 2954-2968). E. Eitrem (PRE 15, 1526-1536). F. Brommer, Bilder der Midassage (Archäologischer Anzeiger 56, 1941, 36-52). [Nuchelmans]


mythen