Phineus (Φινεύς), thracische koning, die de zienersgave bezat, maar zich het ongenoegen van de goden op de hals haalde en daarom met blindheid werd geslagen, tenvijl de Harpijen zijn voedsel bevuilden of roofden. Over de reden van deze straf bestonden verschillende versies; volgens de ene had hij de zoons uit zijn eerste huwelijk op aanstoken van zijn tweede vrouw blind laten maken, volgens een andere had hij geheimen doorverteld, die hij door zijn zienersgave had achterhaald; een derde versie tenslotte verhaalt dat hij de keuze gekregen had tussen behoud van het gezichtsvermogen en een lang leven en dat hij toen voor het laatste gekozen had. P. werd later door de Argonauten bezocht, die hem de weg naar Colchis vroegen. Bij die gelegenheid verlosten Boreas' zonen Zetes en Calaïs hem van de Harpijen, waarna P. de Argonauten aanwijzingen gaf voor hun verdere tocht.
Op een chalcidische kylix uit ca. 520 vC (nu te
Würzburg) is uitgebeeld hoe Zetes en Calaïs de Harpijen
wegjagen.