Lapithen en Centauren

In Thessalië leefde Ixion, een slecht en goddeloos man. Toen hij schandelijk zijn schoonvader gedood had, die om de voor zijn dochter bedongen prijs kwam, nam hij zijn toevlucht tot Zeus en vroeg deze hem van zijn bloedschuld te reinigen. Zeus stemde hierin toe. In plaats nu van dankbaar te zijn maakte Ixion het Hera lastig. Zeus, in de veronderstelling dat een dergelijke slechtheid niet bestond, nam een wolk en gaf haar de schijngestalte van Hera om Ixion op de proef te stellen. Ixion in zijn verblindheid merkte het bedrog niet en verheugde zich dat hij de hemelkoningin zo gemakkelijk kon ixionnaderen. Toen moest Zeus wel geloven en hij strafte de schurk voorbeeldig. Op een vurig rad liet hij Ixion in de Tartarus binden en steeds in de rondte draaien. Maar uit de vereniging van Ixion en de wolk ontsprong een ruig geslacht, de Centauren. Van boven waren zij mensen, maar naar beneden liepen zij uit in een paardenlijf. Zo komt het dat sommigen woest en gevaarlijk, anderen edel en rustig zijn. Overweegt de paardendrift zoals in de centaur Nessus, dan zijn ze onbehouwen, heeft de mens het paard overwonnen dan is de Centaur wijs en goed. Het schone voorbeeld was Cheiron, die in rustige afzondering leefde en menige held, niet alleen Achilles, wijze lessen en goede raad meegaf. Maar meest waren zij wild en barbaars en vormden zij een bedreiging voor de kalme Lapithen over wie Peirithoös, Theseus' vriend, koning was. Zij stamden van Zeus en Dia af en leefden kalm en ordelijk en probeerden steeds goede betrekkingen met hun ruige buren, de Centauren, te onderhouden. Een rustig beheerst volk, dat zich echter in geval van nood duchtig te weren wist, want slap en karakterloos waren zij zeker niet, al waren de meesten, uitgezonderd Kaineus, afkerig van krakeel en rumoer. Kaineus was eens een Lapithenmeisje geweest, dat geschaakt was door Poseidon. Toen Poseidon haar een gunst toestond, vroeg ze een man te mogen worden om nooit meer bloot te staan aan schaking, en onwondbaar te zijn. Beide gaven werden gegeven en en Kaineus leefde maar zo'n beetje voor zijn plezier, meer vertrouwen in zijn speer dan in de goden hebbend.

De Centauren en Lapithen leefden tezamen in Thessalië, soms in vrede, soms in onmin, maar bij feesten waren zij elkanders gasten. Toen Peirithoös, de Lapithenkoning, dan ook trouwde met Hippodameia, nodigde hij behalve zijn vriend Theseus ook de Centauren uit. Toen de huwelijksplechtigheden voorbij waren en de gasten vrolijk aan de dis zaten, gebeurde het ongeluk, dat bij zo'n rijk gelag niet kon uitblijven, de Centauren werden dronken. De ruwe paardmensen hielden niet van de Griekse gewoonte de wijn gemengd met water te drinken. Zij hielden van wat straffer drank en de gevolgen bleven niet uit. Luid gezang, dronkemanspraat en grappen, kleine, snel oplaaiende ruzies, scheldpartijen. En tenslotte kon een van de Centauren zijn handen niet thuis houden en vergreep zich aan de bruid Hippodameia. Dit ging te ver. Peirithoös sprong op en veraecugae zijn vrouw met het zwaard, bloed vloeide en een verschrikkelijke vechtpartij was aan de gang. De lage tafels werden omgeschopt en men vocht verblind en verwoed.

Lapith in gevecht met centaurDe Centauren, onbeheerst, slechts luisterend naar hun paardenlijf, sloegen erop los en trachtten de weerloze vrouwen te overmeesteren. Maar de Lapithen en Theseus gaven geen kamp en een geweldig tumult van kletterende wapenen en kermende mensen vulde de zalen, waarin nog kort tevoren het zachte geluid van de zanger en zijn lier geklonken hadden. Een slagveld zonder weerga tot de Lapithen eindelijk overwonnen en de Centauren konden verdrijven, mede door de machtige hulp van Theseus. Gelukkig was het Lapithenvrouwtje in leven gebleven en met de schrik vrij gekomen en ook Peirithoös was niet gewond. Deze strijd echter werd meer dan een gevecht tussen locale stammen in Thessalië, hij werd voor de Grieken een symbool van de strijd, die steeds woedt tussen barbarij en beschaving, en die steeds weer losbrandt, waar het kleine vernis der cultuur wordt afgekrabd en de bruut in de mens de overhand krijgt. Die strijd ontstaat telkens weer omdat onder de mensen meer Centauren dan Lapithen schuilen. Werd deze twist in het algemeen symbool van de strijd tussen oerdrift en geest, in het bijzonder personifiëren de Grieken er in hun eigen vrijheidsstrijd tegen de Perzen. Wanneer we de Ionische opstand, om welke commerciële redenen die ook begonnen mocht zijn (ontvlamde onze tachtigjarige oorlog ook niet eerst recht dank zij de Tiende Penning?), er bij rekenen, dan heeft die afweerstrijd, die toch gevoerd is om het Griekse individualisme, de Griekse eigen aard niet te laten opgaan in een Perzisch, vreemd en anti-individualistisch rijk, ruim twintig jaren geduurd. Een rustperiode van tien jaar lag er in, die door de Perzen tot versterking bij de Grieken tot particularistische doeleinden gebruikt werd, al bouwde Themistocles in deze tijd Athene's vloot op. In de beste landen van Griekenland streed men bewust om de vrijheid, gaf er leven en bloeiende steden voor prijs en won tenslotte het doel.

Daar de stad Athene en met haar het oude woonhuis van de godin het Hecatompedon te gronde was gegaan, bouwde men Athene's tempel met grote luister op. Geen motief kon beter de marmeren metopen van het huis van haar, die de Atheners en met hen de rest van de Griekse wereld ter overwinning gevoerd had, versieren, dan de strijd tussen Centauren en Lapithen, het symbool van Griekse geest tegenover Perzische barbarij, al was die gekleed in veel goud, veel macht, veel juwelen. Als barbaren golden zij, die zich als slaven de oorlog lieten inranselen, die niet vrij waren om hun land te besturen, die overgeleverd waren aan de willekeur van sluwe priesters en machtige koningen. Heel bewust en heel terecht voelden de Grieken zich van dit volk de meerderen en die meerderwaardigheid gaven zij vorm in hun prachtig marmer en kleedden zij in het oude gewaad van de mythe.



mythen THESEUS.HTM Previous Next