Sin-šar-iškun, laatste koning van het assyrische rijk
(als men Assuruballit II niet meetelt), volgens
Borger op basis van de inscriptie van de moeder
van Nabonidus identiek met Assur-etil-ilani. Hij
was een zoon van Assurbanipal (668-626) en regeerde
waarschijnlijk tot de val van Ninive in 612
vC. Zijn inscripties handelen alleen over bouwwerken,
doch de Babylonische Kroniek geeft een
beeld van het instorten van het assyrische rijk onder
de druk van de Babyloniërs en de Meden,
waarbij alleen gedateerde oorkonden uit Babylon,
Nippur, Sippar en Uruk aanvullende gegevens opleveren.
Lit. R. Borger, Der Aufstieg des neubabylonischen Reiches
(JCS 19, 1965, 59vv). J. Oates, Assyrian Chronology 631-612
B.C. (Iraq 27, 1965, 135-159). D. J. Wiseman, Chronicles of
Chaldean Kings (London 1956). [van Driel]