Assuruballit (akkadisch aššuruballit: Assur moge levend maken), naam van twee koningen uit Assyrië.
(1) Assuruballit I
(1362-1327) huwelijkte zijn dochter uit aan
de zoon van Burnaburias II, de kassitische koning
van Babylon,
waardoor het de laatste gelukte zich
aan de onderwerping aan het expanderende
Assyrië
te onttrekken. Tijdens de regering van A. werd Assyrië
beschouwd als grote mogendheid, die een belangrijke
rol speelde in de Amarna-tijd.
Lit. E. F. Weidner (RLA 1, 225-227), R. Borger, Einleitung
in die assyrischen Königsinschriften I (Handbuch der Orientalistik,
Erg. Bnd. 5, Leiden 1961, 26-31).
(2) Assuruballit II was een legeraanvoerder, die zich na de
val van Ninive
in 612 tot koning van een rompstaat
van het assyrische wereldrijk liet uitroepen. Hij vestigde
zich in Haran, de metropool van
Assyrië; in het
westen, waar hij zich tot 608 met egyptische hulp
wist te handhaven. Nadat de
Meden en Babyloniërs
zijn stad hadden veroverd week hij uit naar Syrië,
vanwaar hij vergeefs trachtte Haran te heroveren
(ANET 305a). In 606 werd hij afgezet.
Lit. F. H. Weissbach (RLA 1, 227). C. J. Gadd, The newly
discovered Babylonian Chronicle (London 1923). [Beek]