Zarpanitum (ook Sarpanitum of Zerbanitum) echtgenote
van de babylonische god Marduk, sinds
het begin van het 2e millennium vC bekend. Ze
heeft geen duidelijk herkenbaar eigen karakter. In
gebeden wordt ze aangeroepen als 'barmhartige
moeder', die beschermt, redt, geneest en voorspraak
doet bij haar gemaal. Zij komt voor in groetformules
van door vrouwen geschreven oudbabylonische
brieven. Ze verschijnt ook, naast Marduk, in
het ritueel voor het nieuwjaarsfeest en in erotisch-lyrische
teksten die in verband staan met de hieros
gamos. Enkele passages in nieuwassyrische koningsinscripties
vermelden het speciale vertrek waar zij
die met Marduk voltrekt. Haar naam wordt thans algemeen
als Z. geschreven, vooral o.p grond van de
spelling zrpnt in een oudarameese mscriptie, maar
de etymologie is omstreden. Een late tekst verbindt
haar met een (overigens onbekende) stad Zarpan;
de spellingen Sarpanitum, 'Zilverglanzende', en
Zerbanitu, 'Schepster van zaad' (volgens een late
tekst 'overeenkomstig haar naam'), berusten op populaire
of theologische etymologie. Andere namen
waaronder zij in gebeden en hymnische passages
voorkomt zijn Panunanki, Erua, Vrouwe van Babylon
en Koningin van Esagil. Soms constateert men
assimilatie van trekken che aan Istar (van Babylon)
toebehoren.
Lit. W. G. Lambert, The Problem of Love Lyrics (in H. Goedickel
J.N. Roberts, Unity and Diversity, Baltimore 1975, 98-135). W.
Mayer, Untersuchungen zur Formensprache der Babylonischen 'Gebetsbeschwörungen'
(Rome 1976) 424v, 517v. M.-J. Seux, Hymnes
et prières aux dieux de Babylonie et d'Assyrie (Paris 1976) 329v.
S.N. Kramer, Le mariage sacré (ib. 1983) 189.
[Veenhof]