Arnobius

(1) Arnobius de Oudere. Deze A. was afkomstig uit Sicca in Numidië, waar hij retor was. Hij bekeerde zich tot het christendom en schreef toen op wens van zijn bisschop Adversus nationes in 7 boeken (Hieronymus, Chronica ad 2343) tussen 300 en 310. Uit het in één handschrift overgeleverde werk spreekt op de eerste plaats de retor: het doet artificieel en overwegend oppervlakkig aan. Belangrijk voor ons zijn de vele gegevens over de oude mythen en cultus. In het eerste boek verdedigt A. het christendom in het bijzonder tegen het verwijt dat het de schuld is van de heersende ellende. In het 2e wijst hij op verschillende overeenkomsten tussen de heidense filosofie en het christendom. Boek 3-5 spreken in negatieve zin over de mythen (bron o.a. Varro). In boek 6 verwerpt A. de eredienst door middel van tempels en godenbeelden, in het 7e de heidense offers. Zijn kennis van de christelijke leer is onvolledig: voor A. is Christus een ondergeschikte God. De menselijke ziel is niet door God maar door een ander hoger wezen geschapen; de eeuwigheid verkrijgt ze door de genade van God.


Lit. G. Bardy (RAC 1, 709-711). - A. Reifferscheid (CSEL 4; Wien 1875). McCracken (ACW 7-8; 1949; gecommentarieerde vertaling). Quasten 2, 383-392. Bardenhewer 2, 517-525. F. Gabarrou, Arnobe, son oeuvre (Paris 1911). Id., Le latin d'Arnobe (ib. 1921). H. Hagendahl, La prose métrique d'Arnobe (Göteborg 1936). E. Rapisarda, Arnobio (Catania 1945). [Bartelink]


(2) Arnobius de Jongere. Waarschijnlijk was deze A. een monnik, die voor de Vandalen uit Africa was gevlucht. Hij bevond zich sedert ca. 432 te Rome, en kan tot de semi-pelagianen gerekend worden. Zijn dood valt na 451. Geschriften: Commentarii (allegorische verklaring van de psalmen); Expositiunculae in evangelium; Conflictus Arnobii catholici cum Serapione Aegyptio (twistgesprek met een monofysiet); Praedestinatus (anoniem geschrift in 3 boeken; in het 3e wordt de leer van Augustinus over de genade bestreden); Liber ad Gregoriam (ascetisch geschrift, gericht tot een voorname romeinse dame).


Lit. C. Bardy (RAC 1, 709-711). - A. Reifferscheid (CSEL 4; 129-151: Expositiunculae). Id., Études, textes, découvertes 1 (Maredsous 1913, 383-439; ad Gregoriam). Amann (DTC 12, 2775-2780). - H. von Schubert, Der sog. Praedestinatus (TU 24, 4; 1903). Bardy (RB 27, 1928, 256-261). L. Berkowitz, Index Arnobianus (Hildesheim 1967). [Bartelink]



Lijst van Auteurs