Vandalen (Οὐάνδαλοι, Latijn Vandali), oostgermaans
volk, dat midden 2e eeuw nC vanuit het
Odergebied naar Midden-Europa trok en vandaar
Dacië, Raetië en Italië binnenviel. Weliswaar wisten
de romeinse keizers
Aurelianus
en Probus
hen terug te dringen, maar
Constantijn I zag zich
gedwongen aan de door de Goten in het nauw gedreven
V. woongebieden in Pannonië af te staan. In
406 kwamen zij, voortgestuwd door de Hunnen,
opnieuw in beweging en staken zij, samen met
Sueben en
Alanen, bij Mainz de Rijn over, waarna
zij onstuitbaar al plunderend door Gallië trokken
en in 409 onder hun koning Gunderik Spanje binnenvielen.
Geiserik, die in 428 de overleden Gunderik was opgevolgd, stak, na met een inmiddels gebouwde vloot de Balearen overweldigd te hebben, in 429 op aanstichten van Bonifatius met 80.000 man naar Afrika over. Als Arianen vonden zij er steun bij opstandige Moren en vervolgde christenen, zodat zij een groot deel van Africa en Numidia in hun macht konden brengen, dat Valentinianus III hun als woongebied moest overlaten. In 439 overmeesterde Geiserik echter Carthago, vanwaar hij als onafhankelijke koning regeerde en de korenvoorziening van Italië controleerde. Met een grote vloot teisterde hij bovendien de kusten van Sicilië, Sardinië en Corsica; ja zelfs verscheen hij ermee op de Tiber. Invallen van de Goten verhinderden intussen romeinse tegenmaatregelen, zodat Valentinianus III zich gedwongen zag in 442 grote delen van Noord-Afrika bij verdrag aan Geiserik af te staan. Deze van zijn kant verplichtte zich tot jaarlijkse korenleveranties en gaf zijn zoon Hunerik als gijzelaar, waarna hii de rust nog maar zelden verstoorde; in 455 echter plunderden de V. veertien dagen lang de stad Rome.
Tot zij n dood in 477 bleef Geiserik de meest
geduchte machthebber in het Middellandse-Zeegebied.
In 532 leidde een troonwisseling bij de V. opnieuw
tot moeilijkheden. De gewelddadige vervanging van
de Italië welgezinde Hilderik door Geilamir werd
door keizer Iustinianus aangegrepen als voorwendsel
tot ingrijpen. De met de oorlogvoering belaste
Belisarius
stak vanuit Syracuse naar Afrika over en
overwon in 533 in twee veldslagen de door religieuze
twisten en strijd tegen de Moren verzwakte V. Geilamir
werd met talrijke gevangenen naar Constantinopel
overgebracht, waarna zijn rijk grotendeels
weer onder romeins bestuur werd gebracht.
Berichten van antieke schrijvers over de wreedheid
der V. leidden ertoe dat zij het prototype werden
van wilde barbaren; zo werd in 1793 door de Fransman
Grégoire de term 'vandalisme' bedacht.
Lit. Augustinus, Brieven. Procopius, De bello Vandalico. F. Miltner (PRE 8A, 298-335). H.-J. Diesner (PRE Sugpl. 10, 1965, 957-992). - L. Schmidt, Geschichte der Wandalen² (München 1942). E. F. Gautier, Genséric, roi des Vandales (Paris 1932). C. Courtois, Les Vandales et l'Afrique (Paris 1955 = 1964). H.-J. Diesner, Das Vandalenreich. Aufstieg und Untergang (Stuttgart 1966). R. Hachmann, Goten und Skandinavien (Berlin 1970). [A.J. Janssen]