Probus, romeinse keizer van 276 tot 282. Marcus Aurelius P. werd in 232 te Sirmium geboren, diende in Africa en was stadhouder van Syria toen hij na de dood van keizer Tacitus tot diens opvolger werd uitgeroepen. Nadat diens broer en opvolger Florianus was vermoord, vond P. algemeen erkenning. Zijn voornaamste taak was het herstel van rust en orde, die door binnenvallende stammen en interne opstanden werden verstoord.
In 277 bracht P. Alamannen, Franken en Bourgondiërs tot onderwerping en herstelde hij de Rijngrens. Ook de Vandalen aan de Donau en de Blemmyes in Egypte moesten buigen. Revoltes van Saturninus in Synë (277/278), van Lydius in Pisidië en van Proculus en Bonosus in Gallië (280) werden gedempt. Ook in Britannië en Perzië werd orde op zaken gesteld. In 281 vierde de keizer, die de eretitels Gothicus, Germanicus, Parthicus en Persicus voerde, een schitterende triomf. In Rome voltooide hij de Aureliaanse muur.
De opstanden waren een symptoom van de heersende ontevredenheid onder de troepen over de strenge krijgstucht en hun aanwending voor de aanleg van wijngaarden. Andere moeilijkheden veroorzaakten de in het Rijk gevestigde barbaren: Bastarnae en Franken. Ofschoon P. samenwerking met de senaat zocht, herstelde hij de senatoren niet in de hun ontnomen militaire commando's. Toen hij in 282 in Sirmium een nieuwe veldtocht tegen Perzië voorbereidde, riepen de troepen in Raetia Carus tot keizer uit, waarna P. door zijn eigen soldaten werd gedood.
Lit. Henze (PRE 2, 2516-2523). - J. H. E. Crees, The Reign
of the Emperor P. (London 1911). G. Vitucci, L'imperatore
Probo (Rome 1952). [A. J. Janssen]