Numidië

kaartNumidië (latijn Numidia) heette in de oudheid het gebied ten westen en ten zuidwesten van het rijk van Carthago. Het werd, evenals Mauretanië, waaraan N. in het westen grensde, aanvankelijk bewoond door nomaden, die ten tijde van Massinissa, van 202 tot 148 vC koning van geheel N., tot landbouw en vaste woonplaatsen overgingen.

Onder Massinissa's kleinzoon Iugurtha (118-104) kwamen de Numidiërs in conflict met Rome en werden verslagen (bellum Iugurthinum, 111-105): het oostelijk deel bleef onder de eigen dynastie - Gauda (105-ca. 100), Hiempsal II (ca. 100-60) en Iuba I (60-46), terwijl het westen aan koning Bocchus I van Mauretanië kwam. Nadat Iuba, die in de oorlog tussen Caesar en Pompeius de zijde van laatstgenoemde had gekozen, gesneuveld was, maakte Caesar het grootste deel van N. tot de romeinse provincie Africa nova (46 vC); in het westen werd wederom een stuk van het land bij Mauretanië gevoegd. De grens tussen N. en Mauretanië was sindsaien de Ampsaga (thans Wed-elKebir). Augustus verenigde Africa nova met de sedert 146 vC bestaande provincie Africa en stelde het onder het bestuur van de gouverneur van die provincie. Onder Tiberius was N. het toneel van de opstand van de stam der Musulamii. Na de onderdrukking daarvan werd het kamp van het derde legioen, dat tot dan toe onder de gouverneur van Africa stond en in Africa gelegerd was, naar N. verplaatst, eerst naar Theveste, op het eind van de 1e eeuw naar Lambaesis; dit waren met Cirta en Thamugadi de voornaamste steden. Ca. 200 nC werd N. een aparte provincie, bestuurd door de legioenslegaat. Van 303 tot 314 was deze provincie verdeeld in Numidia Cirtensis met Cirta, en Numidia Militiana met Lambaesis als hoofdstad. In 429 werd N. door de Vandalen veroverd. In de 4e eeuw was het land het centrum van het donatisme.

Het kustgebied, met zijn vruchtbare dalen en vlakten, produceerde graan, wijn en olijfolie; op de hoogvlakte ten zuiden daarvan bloeide in de keizertijd vooral de olijvencultuur.


Lit. Windberg (PRE 17, 1343-1397). - B. H. Warmington, The North African Provinces from Diocletian to the Vandal Conquest (Cambridge 1954). P. Romanelli, Storia delle provincie romane dell'Africa (Rome 1959). B. E. Thomasson, Die Statthalter der römischen Provinzen Nordafrikas von Augustus bis Diocletianus (Lund 1960). H. Kolbe, Die Statthalter Numidiens von Gallien bis Konstantin (268-320) (München 1962). C. Saumagne, La Numidie et Rome. Masinissa et Jugurtha (Paris 1966). S. Raven, Rome in Africa (London 1969) [Pleket]


Kaart