Mauretania

kaartMauretania ('land van de Moren'; Μαυρουσία) noemden de Romeinen het meest westelijke deel van Noord-Afrika, tussen de Ampsaga (thans Wed-el-Kebir, ruim 1000 km ten oosten van Ceuta aan de Straat van Gibraltar) en de Atlantische Oceaan. M. werd in de oudheid bewoond door talrijke Berber-stammen, die in de 2e eeuw onder een centrale monarchie kwamen, met o.a. de koningen Bocchus I (ca. 112-ca.80) en II (ca. 50-33 vC). De factorijen die de Puniërs in de 5e en 4e eeuw vC op de kust van M. hadden gesticht, waren hun door de afloop van de tweede punische oorlog ontnomen. In 25 vC belastte keizer Augustus de Numidiër Iuba II met het koningschap over M.; deze bevorderde de romeinse en griekse levenswijze in zijn rijk, waarover hij bijna 50 jaar regeerde. Tijdens de regering en waarschijnlijk op instigatie van keizer Caligula werd de laatste koning, Iuba's zoon Ptolemaeus, vermoord; in 44, onder Claudius, werd het land onder romeinse controle gebracht en opgesplitst in twee provincies: M. Caesariensis (hoofdstad Caesarea, het tegenwoordige Cherchel) en M. Tingitana (hoofdstad Tingis, het tegenwoordige Tanger), beide bestuurd door een procurator; de grens tussen beide was de Mulucha. De overigens oppervlakkige romanisering van M., waarvan de kuststrook zeer vruchtbaar was, kwam tot stand door de stichting van enkele veteranenkolonies, enige immigratie vanuit Italië en de stationering van eenheden hulptroepen, die langs de limes de in de Sahara rondzwervende nomaden (o.a. de Gaetuliërs) buiten de provincie moesten houden. In het bergachtige binnenland woonden primitieve stammen, die in de 2e en 3e eeuw herhaaldelijk rebelleerden tegen het romeinse gezag. Onder Diocletianus werd tussen M. Caesariensis en Numidia een nieuwe provincie, M. Sitifensis (hoofdstad Sitifis, het tegenwoordige Sétif), ingevoegd.


Lit. S. Weinstock (PRE 14, 2344-2386). - E. Cat, Essai sur la province romaine de la Maurétanie Césarienne (Paris 1922). L. Chatelain, Inscriptions latines du Maroc 1 (ib. 1942). J. Carcopino, Le Maroc antique (ib. 1943, ²1947). L. Chatelain, Le Maroc des Romains (ib. 1944). B. H. Warmington, The North African Provinces from Diocletian to the Vandal Conquest (Cambridge 1954). B. E. Thomasson, Die Statthalter der römischen Provinzen Nordafrikas von Augustus bis Diocletianus 1 (Lund 1960). R. Thouvenot, Les origines chrétiennes en Maurétanie Tingitane (Revue des Études Anciennes 71, 1969. 354-378). Tijdschrift: Bulletin d'Archéologie Marocaine. [Pleket]


Kaart