Caesarea (Καισαρεία), naam van verschillende, naar Julius Caesar of keizer Augustus genoemde steden.
(1) Caesarea van Palestina
of van Straton, havenstad aan
de Middellandse Zee tussen Japho en Dor, tussen 9
en 12 vC door Herodes de Grote
bij de oude
Stratonstoren gebouwd. Door haar gunstige ligging en
goede installaties werd C. de belangrijkste havenstad
van Palestina. Na de afzetting van
Archelaus
en de dood van koning Agrippa I (die aldaar stierf:
Hand 12,20-23) werd C. residentie der romeinse
procuratoren. Het verkeer naar en van Jeruzalem ging
over C. (9,30; 18,22; 21,8: Paulus). De bevolking
was overwegend heidens, met joodse elementen vermengd.
C. was ook de woonplaats van de evangelist
Philippus (8,40; 21,8) en de romeinse hoofdman
Cornelius, in wiens huis Petrus predikte (10; vgl. 11,
11).
Paulus werd twee jaar gevangen gehouden in
C. en sprak daar voor koning Agrippa II (23,23-35;
24,27; 25,1-4.6.13). Nu Qaisarije. De vervallen resten
van het hippodroom en het theater, en de
haveninstallaties, getuigen van de bouwlust van Herodes.
Bij recente opgravingen is een inscriptie gevonden
die de naam van Pontius Pilatus vermeldt, tot dusver
de enige; vgl. B. Lifshitz (RB 68,1961,115-126)
en J. Vardaman (JBL 81,1962,70v). Hij wordt daar
praefectus, niet procurator genoemd. In 1960 werd
door een onderwaterexpeditie het havengebied
onderzocht; bericht: C. Fritsch/S. Ben-Dor (BA 24,
1961,50-59).
Lit. Schürer 1, 389; 2, 134-138. Abel 2, 286v. Kopp 291-294.
A. Negev (RB 69, 1962, 412-415). A. Froma (ib. 70, 1963,
578-585). Id. (ib. 71, 1964, 408-410). A. Calderini,
L'inscription de Ponce Pilate à Césarée
(Bible et Terre Sainte 57, 1963, 8-19). L.I. Levine,
C. under Roman Rule (Leiden 1975).
(2) Caesarea Philippi,
vroeger Panias of Paneas, werd in
het jaar 3 of 2 vC door Herodes Philippus nabij de
bronnen van de Jordaan gebouwd en ter ere van
Augustus
en zijn eigen persoon C. Ph. genoemd. De
synoptische evangeliën localiseren hier de belijdenis
van Petrus (Mc 8,27-30 e.p.). Nu Banijas.
Lit. Abel 2, 297v. Kopp 291-294. [v. d. Born]
(3) Caesarea in
Cappadocië,
gelegen tussen de bovenloop
van de Halys en het Argaeus-gebergte, ruim 200
km ten noorden van Tarsus; thans Kayseri. De
hoofdstad van het zelfstandige
(sinds ca. 250 vC) koninkrijk Cappadocië was
Mazaca, sinds koning
Ariarathes IV Eusebes
(220-163) ook Eusebia genoemd. Deze stad ontving omstreeks
het begin van de christelijke jaartelling ter
ere van keizer Augustus
de naam C. Vanaf 17 nC
was dit C. hoofdstad van de nieuwe romeinse provincie
Cappadocia en bezat een keizerlijke munt.
Na keizer Valens
(364-378) bleef het hoofdstad van
Cappadocia prima. Ca. 330 nC werd in C., dat
reeds sinds de 2e eeuw bisschopszetel was, de kerkleraar
Basilius geboren.
Bij Eskišehir ten zuidoosten van Kayseri zijn enkele
resten van de antieke stad gevonden. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden links) wordt C. Mazaca caesarea genoemd.
(4) Caesarea in
Mauretanië,
gelegen aan de Middellandse-Zeekust
96 km ten westen van het huidige Algiers;
thans Cherchel. De oude punische
nederzetting Iol werd onder koning
Bocchus
I (ca. 112-80) hoofdstad van het koninkrijk
Mauretanië. Juba II
(25 vC-23 nC) maakte haar
tot een centrum van hellenistische cultuur en gaf
haar ter ere van zijn beschermer keizer
Augustus
de naam C. Na de annexatie van Mauretanië door
de Romeinen (40 nC) werd dit de hoofdstad van
de nieuwe provincie Mauretania Caesariensis; kort
daarop werd er de Colonia Claudia C. gevestigd.
De haven was na die van Carthago de belangrijkste
van Noord-Afrika. Uit C. waren keizer
Macrinus
(217-218) en de beroemde grammaticus
Priscianus
(6e eeuw nC) geboortig.
Augustinus preekte er in
418 tegen de donatisten.
Opgravingen hebben belangrijke delen van de antieke
stad, die een omvang van 7 km had, aan
het licht gebracht, o.a. een circus, een theater, een
amfitheater, thermen en vele particuliere huizen.
De mozaïeken en het beeldhouwwerk - waaronder
uitstekende kopieën van griekse meesterwerken uit
de 5e en 4e eeuw vC - zijn ondergebracht in het
plaatselijke museum, een der rijkste van Noord-Afrika. Buiten de stad zijn nog grote delen van aquaducten te zien (foto rechts).
Lit. M. Floriani Squarciapino (EAA 2, 543-545). P. M. Duval, Cherchel et Tipasa. Recherches sur deux villes fortes de l'afrique romaine (Paris 1946). S. Gsell/M. Leglay, Cherchel, antique Iol-Caesarea² (Alger 1952). [Nuchelmans]