Auctor ad Herennium

Zo noemt men gewoonlijk de onbekende auteur van de z.g. Rhetorica ad Herennium, het oudste bewaard gebleven in het latijn gestelde leerboekje der welsprekendheid. Het is opgedragen aan een verder onbekende Gaius Herennius en ten onrechte overgeleverd onder de werken van Cicero. Sommigen willen in de schrijver een door Quintilianus genoemde, niet nader te identificeren Cornificius zien. Het geschrift geeft in vier boeken een korte, maar afgeronde theorie van de rhetorica en behandelt achtereenvolgens het bedenken van de stof en van de middelen om te overtuigen (inventio), de opbouw van de rede, het houden van de rede, het geheugen en de stijl. De vraag naar de bronnen en naar de verhouding tot Cicero's jeugdwerk De inventione is nog niet bevredigend beantwoord. Hoewel het werkje afhankelijk is van griekse modellen, zijn de geest, de terminologie en de voorbeelden geheel romeins. Uit de voorbeelden blijkt dat het ca. 85 vC geschreven is. Van de vele handschriften van de Rhetorica ad Herennium, die in de middeleeuwen diepgaande invloed op de literaire theorieën heeft gehad, zijn de vijf belangrijkste uit de 9e en 10e eeuw afkomstig.

Lit. Uitgaven: Editio princeps: Omnibus (Venetië 1470). Beste moderne editie: F. Marx, Incerti auctoris De ratione dicendi ad Herennium libri IV (Leipzig 1894). F. Marx/Trillitzsch, Rhetorica ad Herennium (Leipzig 1964). - J. Brzoska (PRE 2, 1605-1623). Uitgave met commentaar: G. Calboli, Cornifici Rhetorica ad C. Herennium 1-2 (Bologna 1969). [Nuchelmans]



Lijst van Auteurs