Ambarvalia, oud landelijk feest van de Romeinen,
'ommegang rond de velden' (uit amb- en arvum).
Het werd in mei gevierd, oorspronkelijk ter ere van
de god Mars. Later, in de augusteïsche tijd, nam
Ceres onder griekse invloed de plaats van Mars in.
De Ambarvalia werden gevierd met een suovetaurilia-offer
(van zwijn, schaap en stier die eerst rondom de akkers
gevoerd werden). De plechtigheid diende tot
verzekering van de vruchtbaarheid en tot afweer
van onheil en ziekten. Zo zorgde ook iedere gouw
voor de lustratio pagi, terwijl iedere boer zijn eigen
stuk land reinigde (vgl. het gebed bij
Cato, De agricultura 141).
Men heeft in Mars wel een vegetatiegod willen zien, maar hij
werd in deze riten aangeroepen om oorlog en verwoesting van de velden
te weren.
De identiteit van dit offer met het offer dat de fratres Arvales
aan Dea Dia brachten is onzeker (vgl.
A. Kilgour, Mnemosyne 1938, 225-240). In gekerstende vorm vinden
wij de Ambarvalia in de christelijke veldprocessies terug.
Lit. G. Wissowa, Religion und Kultus der Römer² (München
1912) 142-144; 561v. K. Latte, Römische Religionsgeschichte
(München 1960) 41v. [Bartelink]