Corbulo




Corbulo, beroemd romeins veldheer uit het midden van de 1e eeuw nC. Gnaeus Domitius Corbulo, waarschijnlijk een zoon van de gelijknamige consul suffectus van 39 nC, bekleedde zelf die waardigheid onder Claudius, maar het jaar is onbekend. In 47 was hij legaat van Germania inferior en leidde hij de oorlog tegen de Chauci, die werden aangevoerd door de Cananefaat Gannascus. C. voerde de strijd met succes, maar keizer Claudius riep hem achter de Rijn terug, waar sedertdien de rijksgrens heeft gelegen. Om zijn soldaten bezig te houden liet C. hen in Zuid-Holland een kanaal graven tussen Rijn en Maas, de Fossa Corbulonis. Hij handhaafde strenge tucht in zijn legers, zowel in Germania als in het Oosten, waar hij later verscheen als legaat van Galatia en Cappadocia. Tussen Romeinen en Parthen was een conflict uitgebroken om Armenië.

In het laatste jaar van Claudius' regering had de parthische koning Vologaeses I zijn broer Tiridates op de armeense troon gezet. Toen Nero keizer was geworden, wilde Rome daarin niet zonder meer berusten. In 58 kwam het tot openlijke vijandelijkheden, nadat onderhandelingen op niets waren uitgelopen. C. veroverde Armenië, verwoestte de hoofdstad Artaxata en plaatste Tigranes V op de troon. In 61 kwam het tot een directe oorlog tussen de Romeinen en de Parthen. C., die inmiddels legaat van Syria was geworden, verzocht om een afzonderlijke legaat van Galatia-Cappadocia die Armenië zou moeten beschermen. Caesennius Paetus, die met deze taak belast werd, was er niet voor berekend; hij werd door de Parthen ingesloten en capituleerde. C., wiens macht en leger nu werd vergroot, wist het prestige van Rome te herstellen. Bij de vrede (64) werd Tiridates als koning van Armenië erkend, maar hij zou de diadeem uit handen van keizer Nero aannemen. Dit geschiedde met grote pracht en praal te Rome in 66.

In 67 werd C. het slachtoffer van Nero's achterdocht; hij werd naar Griekenland geroepen, waar Nero zich op zijn kunstreis bevond, en moest te Cenchreae zelfmoord plegen. C. heeft memoires geschreven, waaruit Tacitus, Plinius maior en Cassius Dio hebben geput. C. was een halfbroer van Caligula's vierde gemalin Milonia Caesonia; een van zijn beide dochters, Domitia Longina, huwde in 70 met de latere keizer Domitianus.



Lit. Tacitus, Annales, boeken 13-15. Cassius Dio, boeken 60-63. - E. Stein (PRE, Suppl. 3, 1918), 394-410). - K. Ziegler, Die Beziehungen zwischen Rom und dem Partherreich (Wiesbaden 1964) 67-78. [Stolte]



Keizers Rome Lijst van Namen