Melitius, naam van twee bisschoppen uit de oude oostelijke kerk.
(1) Melitius, bisschop van Antiochië (360-381), voordien
van Sebaste. Hij werd in 360 door keizer
Constantius
in ballingschap gezonden, verder nog tweemaal onder
keizer Valens.
In 381 presideerde hij het concilie
van Constantinopel. Met zijn naam is een schisma
verbonden: in 362 werd te Antiochië een tegenbisschop
Paulinus gekozen. Eerst enkele jaren na de
dood van M. loste het schisma zich op.
Lit. E. Amann (DTC 10, 520-531). - F. Cavallera, Le schisme
d'Antioche (Paris 1905). G. Bardy, Le Concile d'Antioche:
379 (RB 45, 1933, 196-213).
(2) Melitius, bisschop van Lycopolis in Egypte, veroorzaakte
een langdurig schisma door zich te verzetten
tegen de door hem als te weinig streng beschouwde
voorwaarden die bisschop Petrus van Alexandrië
(ca. 306) de tijdens de diocletiaanse vervolging gevallenen
stelde om weër in de kerk te worden opgenomen.
M. werd geëxcommuniceerd, maar ging
naderhand toch zelf over tot het wijden van geestelijken.
Tijdens het concilie van Nicea (325) werd bepaald
dat de melitiaanse geestelijkheid in functie
mocht blijven maar ondergeschikt zou zijn aan de
bisschop van Alexandrië. M. mocht zijn bisschopstitel
behouden zonder een zetel te bezetten. In 328
kwam het echter tot een nieuw schisma. Eeuwenlang
hebben groeperingen Melitiani zich gehandhaafd.
Lit. E. Amann (DTC 10, 531-536). [Bartelink]