Mycerinus, vorm die afkomstig is van het griekse,
aan Herodotus ontleende Μυκερῖνος en van de
egyptische naam Mn-k3.w-R', 'Blijvend zijn de ka's
van Re', die bij Manetho Μενχέρης luidt. Van deze
koning van de 4e dynastie is niet veel meer bekend
dan dat hij de kleinste van de drie piramiden van
Gizah
bouwde. Hij volgde Chephren op
(ca. 2560 vC), maar volgens een rotsinscriptie uit
Wadi Hammamat zouden tussen beiden Djedef-l-ior
en Baefre elk een korte tijd geregeerd hebben. Bij
opgravingen in zijn dodentempel werden door G.
Reisner merkwaardige beelden van M. ontdekt (zie
bv. ANEP 378). Zijn opvolger is Sjepseskaf.
Lit. G. A. Reisner, Mycerinus (Cambridge Mass. 1931).
[Vergote]