Sekenenre-Taa, voorlaatste koning van de 17e
egyptische dynastie, die in Thebe regeerde terwijl
een Hyksoskoning
genaamd Apopi (Apophis) (15e dynastie)
meester was in de Delta. Een fragment van een
novelle, in papyrus-Sallier I bewaard, verhaalt hoe
laatstgenoemde met S. twist zoekt. Zijn graf wordt
vermeld in papyrus-Abbott, een proces-verbaal over
grafroverijen onder Ramses IX,
en op grond hiervan
heeft H. E. Winlock getracht het bij benadering te
localiseren aan de voet van de Dra Abu'n Nagaheuvel.
Onder de 21e dynastie werd zijn mummie (foto links)
naar de cachette van Deir el-Bahri overgebracht en
sinds 1881 berust zij in het Museum te Kairo.
De zware wonden die zij aan hoofd en hals draagt
heeft sommigen, onder wie Winlock, doen vermoeden
dat S. vóór zijn opvolger
Kamose de open
strijd tegen de Hyksos heeft ingezet en op het slagveld
gesneuveld is. Daarvoor ontbreken evenwel bewijzen.
Lit. Drioton/Vandier 296-299, 321, 330 (over het eventuele
bestaan van twee koningen S.). A. Gardiner, Egypt of the
Pharaohs (Oxford 1961) 163v. G. Lefebvre, Romans et contes
de l'Éypte pharaonique (Paris 1949) 131-136. H. E. Winlock,
The Rise and Fall of the Middle Kingdom in Thebes (New
York 1947) 105, 149. H. Stock, Studien zur Geschichte und
Archäologie der 13. bis 17. Dynastie Ägyptens (Ägyptologische
Forschungen 12, Glückstadt 1942).
[Vergote]