Sothis, griekse vorm (Σῶθις) van Spd.t, de egyptische naam van de Hondsster, door de Grieken Σειριος κύων, door de Romeinen Sirius genoemd. De opgang, tegelijk met de zon, van de Hondsster op 19 juli (juliaanse kalender) viel in Egypte samen met het begin van de jaarlijkse overstroming en luidde theoretisch het burgerlijk jaar in. Aangezien dit laatste echter 365 dagen telde, terwijl het zonnejaar uit 365 1/4 dagen bestaat, liep het egyptische kalenderjaar om de vier jaar een dag vooruit op het zonnejaar; het verschil tussen beider begin werd steeds groter, totdat 365 x 4 = 1460 (in feite ca. 1457) jaar nadat het egyptisch nieuwjaar met de opgang van S. samengevallen was, dit verschijnsel zich herhaalde. Zulk een periode wordt een S.-periode genoemd (Egyptenaren II A, Chronologie).
De S.-ster werd gepersonifieerd tot een godin met dezelfde naam, 'meesteresse van het nieuwe jaar'.
Deze werd geassocieerd met S3h - Orion, het
voornaamste sterrebeeld van de zuiderhemel, en samen
hielpen en beschermden zij de doden, die volgens
een bepaalde opvatting van het hiernamaals tot
sterren geworden waren. Deze verhouding tot de
afgestorvenen en de verbondenheid van S. met de
overstroming van de Nijl brachten met zich mee
dat zeer vroeg, reeds in de z.g.
Piramideteksten
(632, 819) S. en Orion met
Isis en
Osiris geïdentificeerd
werden. Verder werd S. met Satis, godin
van Elefantine
gelijkgesteld en zij
trad geheel in haar plaats. Dit berust niet alleen
op de gedeeltelijke homonymie van de namen,
vermoedelijk nog meer op het feit dat Satis bij de
bronnen van de Nijl en van de overstroming thuis
hoort.
Lit. RÄR 743v. [Vergote]