Selket, onder invloed van grieks Σελκις de gebruikelijke
lezing van egyptisch Srk.t, de naam van een
godin die onder de gedaante van een schorpioen,
doch meestal onder die van een vrouw met een
schorpioen op het hoofd, vereerd wordt.
S. is een beschermgodin, in de eerste plaats
van de koning. Daarom is zij bv. aanwezig in de
taferelen van de goddelijke geboorte van
Amenhotep
III, in de tempel te Luxor, en van die van
Hatsjepsut
in de portiek van Deir el-Bahri. Zij biedt
bescherming door haar magische kracht, gelijk ook
de uraeus-slang, en de titel 'leider van S.' wordt
soms gedragen door de tovenaars en artsen. Waarschijnlijk
is S. langs de magie om, in het Nieuwe
Rijk, zo eng verbonden geraakt met Isis dat de ene
godin in de plaats van de andere kon treden. Samen
met Neith,
Isis en
Nephthys beschermt zij het lijk
van Osiris, sinds het Middel-Rijk ook de kanopen
en, in het Nieuwe Rijk, de lijkkisten: vgl. het albasten
kanopenschrijn van Tutanchamon en de
houten kapel die het bevatte, alsmede de binnenste
van de vier katafalken die de sarcofaag omgaven.