Colonia Traiana, romeinse stad op de linker oever
van de Rijn in het gebied van de germaanse stam
der Cugerni, gelegen ten noorden van het huidige
Xanten (Vetera). Door keizer
Traianus werd op
de plaats van een inheemse nederzetting die hier was
ontstaan, een colonia gesticht onder de naam
Colonia Ulpia Traiana
(ca. 100 nC). Van de inheemse
nederzetting kennen we de naam niet (Oppidum
Cugernorum?). De stad, een rechthoekig trapezium
met de schuine zijde langs de Rijn, was omringd
door een muur en een gracht. Tot het territorium
van C.T. behoorde behalve het gebied van de Cugerni
ook dat der Baetasii. Na de zware tijden van
de invallen der Franken
in de 3e eeuw nC bestond de
stad voort in de 4e eeuw; in die tijd waren er nog
belangrijke gebouwen in gebruik. In het midden der
5e eeuw werd C.T. verlaten en daar er later geen
nederzetting van enige betekenis op haar grondgebied
ontstond, is zij een van de belangrijkste
opgravingsobjecten van het gehele Rijnland (resten van
de omwalling, van een amfitheater, theater, thermen
enz.).
Ten zuiden van C.T. lag een van de grootste grafvelden
der colonia. Een van de graven werd in de
vroege middeleeuwen voor het graf van de H. Victor
gehouden, de vele andere graven voor die van zijn
makkers in het thebaanse legioen. Zij zouden onder
Diocletianus
de marteldood zijn gestorven. Men
noemde de plaats Ad Sanctos; hieruit is de latere
stad Xanten ontstaan.
Lit. H. von Petrikovits, Die Ausgrabungen in der C.T. bei Xanten (Bonner Jahrbücher 152, 1952, 41-161). A. Pompen, St. Victor van Xanten en zijn betekenis voor de geschiedenis van Nederland (Roermond 1955). H. Hinz/H. Borger, Bericht über die Ausgrabungen in der C.T. (ib. 161, 1961, 343-448). H. von Petrikovits, Das römische Rheinland. Archäologische Forschungen seit 1945 (Köln 1960). H. Hinz, Xanten zur Römerzeitz (Xanten 1963). H. Borger, Xanten. Entstehung und Geschichte eines niederrheinischen Stiftes (1966). [Stolte]