Vetera, naam van een belangrijk romeins legerkamp
ten zuidoosten van het huidige Xanten aan de Nederrijn.
De naam V. betekent niet 'oud', maar is
een inheems toponiem met onbekende betekenis.
Men onderscheidt V. I en V. II. Het kamp
V. I, dat grondig onderzocht is door systematische opgravingen
van 1905 tot 1914 en van 1925 tot 1934, lag op
de z.g. Furstenberg bij het dorp Birten. Het werd
aangelegd tussen 16 en 12 vC en onderging in de
volgende decennia diverse verbouwingen. Ca. 60 nC
werd het uit steen opgetrokken en herbergde op zijn
oppervlak van bijna 60 ha de legio V Alaudae en de
legio XV Primigenia. Toen grote delen van deze legioenen
in 69 door de tot keizer uitgeroepen
Vitellius
naar Italië meegenomen waren, ontketende
Iulius Civilis
de opstand der Bataven. Dezen sloten in de
zomer van 69 V. in, dat aanvankelijk stand
wist te houden, maar in januari of februari 70 moest
capituleren; het kamp werd geplunderd en verwoest.
Nadat Petilius Cerialis de Bataven in de herfst van
70 de beslissende nederlaag toegebracht had, werd
in 71 ten noordoosten van V. I een nieuw kamp (V.
II) opgetrokken, dat nog slechts aan één legioen
plaats bood en betrokken werd door de legio XXII
Primigenia. Deze werd tussen 92 en 96 afgelost door
de legio VI Victrix, die op haar beurt ca. 120 vervangen
werd door de legio XXX Ulpia Victrix, welke - vermoedelijk
in 276 - door de Franken gedwongen
werd V. op te geven. V. II lag ca. 1 km ten noordoosten
van V. I op de Bislicher Insel; tengevolge
van de verplaatsingen van de Rijnbedding in de loop
der eeuwen zijn er alleen bij baggerwerken en door
duikers enkele resten van teruggevonden.
Ook van de canabae
die ten zuiden van V. I
lagen en in 69 verwoest werden, zijn resten aan het
licht gebracht; ten westen daarvan lag een amfitheater.
Zowel ten zuiden als ten noorden van V. I zijn
begraafplaatsen ontdekt. Het is waarschijnlijk dat
in de 4e eeuw nC nog een fort bij het voormalige V.
is aangelegd, dat - evenals de 3 km ten noorden van
V. gelegen stad Colonia Traiana - tot in de 5e
eeuw bestaan moet hebben.
Lit. Tacitus, Historiae 4, 18-60; 5, 14-18. - H. von Petrikovits (PRE 8A, 1801-1834). J. Briegleb (EAA 7, 1224v). - H. Lehner, V. (Berlin/Leipzig 1930). H. Hinz, Xanten zur Römerzeit (Xanten 1960, 1971). H. von Petrikovits, Die Legionsfestung V. II (Bonner Jahrbücher 159, 1959, 89-133). Id., Die Rheinlande in römischer Zeit (Dusseldorf 1980) passim. [Nuchelmans]