Edesaa (Ἔδεσσα):
(1) Edessa, oude thracische naam van
Aegae, dat
vóór Pella hoofdstad van
Macedonië en residentie
der macedonische koningen was. In de hellenistische
tijd kwam de oude naam E. opnieuw in gebruik.
(2) Edessa, hoofdstad van de provincie Osrhoëne, 40 km
zuidoostelijk van Samosata gelegen aan belangrijke
karavaanwegen, grensvesting sedert de onderwerping
door de Romeinen. De bekering van het vorstenhuis
tot het christendom (Abgar IX) vond plaats
ca. 190 nC. De legende heeft deze overgebracht op
Abgar V, tijdgenoot van Christus. Het grootste
gedeelte van de bevolking sloot zich ook bij het
christendom aan, zodat E. in de 3e eeuw wel de stad
met het hoogste percentage christenen was. Is het
bericht over de missionering door Thaddeus legendair,
de mededelingen betreffende de activiteiten van een
jood Addai zijn waarschijnlijk historisch. Ca. 180
leefde de bekende gnosticus Bardesanes in E. E.
werd een zeer belangrijke bisschopsplaats in Syrië,
een centrum van christelijke wetenschap, vanwaar
grote invloed op het armeense gebied uitging:
Ephrem. Op de Peutinger kaart (foto rechts: rechtsboven) wordt Edessa vermeld.
Lit. E. Meyer (PRE 5, 1933-1938). H. Leclercq (DAL 4, 2058-2110). E. Kirsten (RAC 4, 552-597). - W. Wright, The Chronicle of Joshua the Stylite with a Translation (Cambridge 1882). L. J. Tixeront, Les origines de l'église d'Edesse (Paris 1888). E. R. Hayes, L'école d'Edesse (ib. 1930). L. Ortiz de Urbina, Le origini del christianesimo in Edessa (Gregorianum 15, 1934, 8291). E. Honigmann, Die Ostgrenze des byzantinischen Reiches (Brussel 1935). J.B. Segal, E., the 'Blessed City' (London 1970). [Bartelink]