Glanum (Γλανόν), aanvantelijk ligurisch-keltische,
vervolgens hellenistische, later gallo-romeinse stad
ten noordoosten van Massilia
(Marseille), ruim 1 km
ten zuiden van het huidige Saint-Rémy-de-Provence.
Tot 1921 waren de enige bekende
overblijfselen van G. de z.g. 'Antiques', twee
vrij goed bewaarde monumenten uit de tijd van
Augustus: een triomfboog (40-20 vC?) ter herinnering
aan Caesars
onderwerping van Gallië en een
cenotaaf ter ere van Augustus'
jonggestorven
kleinzonen Gaius
en Lucius Iulius Caesar.
De opgravingen sinds 1921 hebben talrijke interessante resten van de opeenvolgende nederzettingen aan het licht gebracht. De oudste, een cultusplaats waar de Salluvii een brongod vereerden, kwam reeds in de 6e eeuw vC in contact met de griekse kolonie Massilia, die er op het eind van de 3e eeuw vC een kleine griekse stad stichtte, waaraan onder meer resten van een agora en van typische hellenistische woningbouw herinneren. Deze stad werd ca. 102 vC verwoest (door de Teutonen?), maar niet lang daarna herbouwd en uitgebreid door romeinse kooplieden, die zich in de 1e eeuw vC in groten getale in de Provence neerlieten.
Uit de keizertijd, toen G. drie eeuwen lang grote
welvaart kende, dateren resten van een aquaduct,
van tempels, thermen, een basilica en een theater.
In de tweede helft van de 3e eeuw nC door germaanse
horden verwoest, werd de stad op het einde
van de 5e eeuw geheel verlaten.
Lit. H. Rolland (EAA 3, 947-951). - Id., Fouilles de Glanum 13 (Gallia, Suppl. I en II, Paris 1947-1958). Id., Glanum, Saint-Rémy-de-Provence (ib. 1960). [Nuchelmans]